Bgiage 47
VERSLAG omtrent den toestand van het Christelijk
Gymnasium te 's-Gravenhage in het jaar 1916.
Het College van Directeuren der Vereeniging voor
Christelijk Voorbereidend Universitair Onderwijs, geves
tigd te Utrecht, waarvan genoemd gymnasium uitgaat,
bleef gedurende het afgeloopen jaar in zijn samenstelling
onveranderd. De volgende heeren hadden in het College
zitting:
J. S. F. van Hoogstraten te Arnhem, Voorzitter;
Air. C. J. G. Bredius te Woerden, Secretaris;
Dr. B. van Meer te Apeldoorn, Penningmeester;
Mr. J. Sehokking te Leiden;
Jhr. Mr. F. H. Rademacher Schorer van Nieuwerkerke
ie Utrecht;
D. J. Middelbeek te Utrecht;
Ds. A. B. te Winkel te ’s-Gravenhage.
In het College van Curatoren van het Christelijk Gym
nasium te ’s-Gravenhage ontstond een nog onvervulde
vacature door het aftreden van den heer Dr. G. A. Hulse-
bos. Het Curatorium is thans samengesteld uit de heeren:
Air. Caesar Voute, Voorzitter;
Dr. E. J. W. Posthumus Aleyjes, Secretaris;
Mr. R. van Veen;
Dr. G. H. Coops.
Den heer Dr. L. Yntema, leeraar in de Wis-, Natuur- en
Aardrijkskunde, werd wegens zijne benoeming tot leeraar
aan het gymnasium en de hoogere burgerschool te Breda,
eervol ontslag verleend met ingang van 1 September 1916.
Eveneens wend tegen denzelfden datum eervol ontslag
verleend a'an de tijdelijke leerares in de Wiskunde, Mej.
M. W. Barger. Tot leeraar in de Wiskunde en de Aardrijks
kunde werd met ingang van 1 September benoemd de heer
Dr. S. C. Meijering, tot dusver leeraar aan het Willem-
Lodewijk-Gymnasium te Groningen.
De heer E. Roche, leeraar in het Fransch, is sinds Augus
tus 1914 in Fransehen krijgsdienst. Voor den cursus 1915/16
waren als tijdelijke leeraren in het Fransch aangesteld de
heeren D. Galle en G. de Groot. Laatstgenoemde werd met