47
9
VERSLAG OMTRENT HET CHRISTELIJK GYMNASIUM.
Het aantal der leerlingen bedroeg op 1 Januari 1916
78 en 3 auditoren.
Op 15, 16 en 17 Juni 1916 had het eindexamen plaats onder
toezicht van de heeren prof. Dr. J. te Winkel, prof. Dr. R.
H. Woltjer en prof. Dr. A. A. Nijland als gecommitteerden
vanwege Z. Ex. den Minister van Binnenlandsehe Zaken.
De acht leerlingen der zesde klasse werden alle tot de
universiteit toegelaten: zes tot de studie in de faculteiten
der godgeleerdheid, der rechtsgeleerdheid en der letteren
en wijsbegeerte, twee tot die in de faculteiten der genees
kunde en der wis- en natuurkunde.
Twee auditoren der zesde klasse legden in de zomer-
vacantie het staatsexamen ter toelating tot de universiteit
af, beide met goed gevolg. Bij hetzelfde examen slaagde
een der in 1914 tot de zesde klasse bevorderde leerlingen, die
als gemobiliseerd het gymnasium had verlaten.
Van de 68 leerlingen, over wier bevordering tot een
hoogere klasse aan het einde van den cursus 1915/16 moest
worden beslist, werden
16 bevorderd maar klasse II,
4 niet bevorderd naar klasse II,
17 bevorderd naar klasse III,
2 niet bevorderd naar klasse III,
11 bevorderd naar klasse IV,
1 niet bevorderd naar klasse IV,
8 bevorderd naar klasse V,
7 bevorderd naar klasse VI,
2 niet bevorderd naar klasse VI.
In het jaar 1916 hielden, behalve de tot de universiteit
bevorderden, 8 leerlingen en een auditor op, het gymnasium
te bezoeken; het aantal der nieuw toegelateneu bedroeg 27
leerlingen en 2 auditoren. Op 31 December 1916 telde het
gymnasium 89 leerlingen (waaronder 26 meisjes) en
2 auditoren.
Hiervan jvaren 23 geplaatst in de eerste, 18 (en één audi-
trix) in de tweede, 18 in de derde, 11 in de vierde, 12 in de
vijfde, 7 (en één auditor) in de zesde klasse. De lessen voor
bereidende tot de studie in de faculteiten der godgeleerd
heid, der rechtsgeleerdheid en der letteren en wijsbegeerte
werden op laatstgenoemden datum in de vijfde klasse
gevolgd door 10 leerlingen, in de zesde door 4 leerlingen en
een auditor; de lessen voorbereidende voor de faculteiten
der geneeskunde en der wis- en natuurkunde in de vijfde
klasse door 2, in de zesde door 3 leerlingen. Onderwijs in
het Hebreeuwsch ontvingen 5 leerlingen der vijfde en
4 leerlingen der zesde klasse.