48
3
VERSLAG VAN HET NEDERLANDSCH LYCEUM.
Leeraren.
Leerlingen.
De heer W. Boerman, de leeraar in aardrijkskunde, kon
met den aanvang- van den nieuwen cursus zijn werk weer
hervatten. De heer De Kruyf bleef nog- gemobiliseerd en
werd vervangen door den heer O. Kuyck, terwijl de lessen
in Ijjnteekenen door den heer W. Veldhuis werden waar
genomen. De heer H. Corver trad in de plaats van den heer
W. Reindersma, die 31 Maart naar Rotterdam vertrok als
directeur van de kweekschool voor onderwijzers aldaar.
Zijn krachtige, doortastende wijze van optreden, zijn toe
wijding aan de belangen der inrichting, zijn groote ver
diensten als docent maken, dat zijn heengaan voor het
Lyceum een groot verlies is geweest. Een woord van war
men dank aan hem is hier zeker op zijn plaats.
Daai’ het aantal uren voor Engelsch voor één docent te
veel werd, werd Mej. van Vrijberghe de Coningh met
enkele lesuren belast.
De heer Dr. F. Muller Jzn. werd bij het heengaan van
den lieer Reindersma aangesteld als plaatsvervangend
rector.
Mej. Dr. A. Portengen was volontair in Nederlandsch
en Geschiedenis.
Mej. W. M. Holster kwam als administratrice in de
plaats van Mej. J. Obma, in wie de school een hartelijk
belangstellende en ijverige steun verloor.
De amanuensis Sanders kwam weer terug uit den mili
tairen dienst, terwijl A. Voorthuijzen hem als hulp bij zijn
werk werd toegevoegd.
De gewone wekelijksehe docentenvergaderingen, waarin
alle belangen van school en leerlingen geregeld besproken
worden, hadden eiken Vrijdag plaats.
Ijver en gedrag der leerlingen viel over het geheel te
prijzen. Uiteraard eischte de eeue klasse meer zorg dan de
andere, terwijl ook de verschillende geaardheid der leer
lingen, waarmee zooveel mogelijk rekening werd gehou
den, verschillende eischen stelde.
Leerstof.
Ernstige bespreking werd dit jaar gewijd aan de be
handeling der leerstof in de verschillende leerjaren. In
het bijzonder werd zorg besteed aan een nauwgezette ver-
deeling over de verschillende klassen en aan de toepassing