I
I
49A
I
3
VERSLAG VISSCHERIJSCHOOL SCHEVENINGEN’.
Aangezien liet nieuwe schoolgebouw in den loop van
den cursus 1916/1917 in gebruik zal worden genomen,
waardoor een grooter aantal lesuren in de morgen- en
middaguren zal kunnen vallen, werd de aanstelling van
den heer J. W. v. Bellen, die met ingang van 13 December
1915 voor den tijd van een jaar werd belast met het onder
wijs in Ned. Taal, rekenen, schrijven, enz., niet verlengd,
daar hij door zijn betrekking van hoofd eener school niet
in staat zou zijn eerstbedoelde functie te blijven vervullen.
De Commissie betreurde dit, daar de heer Van Bellen het
door zijn voorganger aangevangen werk irtet goed gevolg
voorzette en zijn aandeel heeft bijgedragen tot den goeden
uitslag van het examen.
Op advies der Commissie besloten Burgemeester en
Wethouders een oproeping te doen van sollicitanten voor
deze vacature en naast het bezit der hoofdakte tevens als
eisch te stellen bevoegdheid om onderwijs te geven in de
Engelsche taal, terwijl de bevoegheid voor de wiskunde
tot aanbeveling zou strekken.
Door onvoorziene omstandigheden had aan het einde
van dit verslagjaar nog geen benoeming plaats gehad.
De tijdelijke aanstelling van den leeraar Waleson werd
wederom met een jaar verlengd, ingaande 1 Maart 1916.
In het einde van 1915 vestigde de Inspecteur M. O. de
aandacht van Burgemeester en Wethouders op de moge
lijkheid, om aan de Visscherijschool een leerkracht in de
visscherijkunde te verbinden, n.l. Dr. J. J. Tesch, conser
vator aan het Museum voor Natuurlijke Historie te Lei
den. Toen bleek, dat voor dit onderwijs op den lesrooster
2*/a uur uitgetrokken kon worden, heeft de Commissie,
overtuigd van het groote belang van dit onderwijs voor
aanstaande visschers, dit denkbeeld ondersteund, waarna
genoemd College Dr. Tesch, die zich daartoe bereid ver
klaarde bij wijze van proef voor den duur van een jaar
met dat onderwijs heeft belast tegen een belooning, be
rekend naar f 200.per cursus en vergoeding van reis
kosten. Dr. Tesch aanvaardde op 2 Januari zijn taak.
Op grond van de uitkomsten van dit onderwijs vond de
Commissie aanleiding in overweging te geven het onder
wijs in de Visscherijkunde als vast leervak in het leerplan
der school op te nemen, overeenkomstig welk voorstel door
het Gemeentebestuur werd besloten. Volledigheidshalve zij
hierbij nog vermeld, dat aan Dr. Tesch op zijn verzoek
met den aanvang van den cursus 1916/1917 ook een ver
goeding van f 1.50 per keer wegens verblijfkosten werd
toegekend.
Ten slotte mag de Commissie met ingenomenheid ver-