I
I
49A
fl
4
VERSLAG VISSCHERIJSCHOOL SCHEVEN’INGEN'.
melden, dat op haar voorstel werd besloten, eerst als proef
en daarna met den aanvang van den cursus 1916/1917 als
vast leervak in het leerplan op te nemen het zwemmen.
Daartoe heeft de Gemeente een overeenkomst gesloten met
de Zwem- en Badinrichting aan de Mauritskade, waar de
jongste leerlingen drie malen per week onder geleide van
den bootsman in de gelegenheid worden gesteld zich te
oefenen. De Gemeente betaalde daarvoor f 200.per cur
sus, welk bedrag genoemde inrichting echter voor den
cursus 1916/1917 wegens de groote stijging der kolenprijzen
moest verhoogen, zoodat voor dien cursus de vergoeding
werd bepaald op f 0.20 per bad per leerling en f 5.zwem-
onderricht per leerling.
Onderwijs.
Het onderwijs, dat kosteloos wordt gegeven, omvat de
volgende vakken: wis- en zeevaartkunde, praktische zee
vaartkunde, wettelijke bepalingen betreffende zeevaart en
visseherij, stoomwerktuigkunde en motorenleer, Neder-
landsche taal, schrijven en rekenen, visscherjjkunde, ver
band- en scheepsgezondheidsleer, schiemannen en breien
en boeten van netten en zwemmen.
In het feit, dat in verhand met de ingebruikneming van
het nieuwe schoolgebouw een betere indeeling van den
lesrooster zal mogelijk zijn en de onderlinge verhouding
der vakken beter tot haar recht zal komen, vond de Com
missie aanleiding aan het Gemeentebestuur een voorstel
in te dienen nopens een regeling der salarissen van het
personeel der Visscherijsehool. Tot nu toe is, naarmate het
onderwijs zich uitbreidde, telken male, wanneer een vak in
het leerplan werd opgenomen, voor de daarmede te be
lasten leerkracht de belooning afzonderlijk geregeld. Dat
zoodoende de verhouding der salarissen onderling, alsook
die van het bedrag der belooning tot de belangrijkheid van
het leervak niet geheel tot haar recht kon komen, behoeft
geen betoog. De Commissie heeft zich beijverd de belangen
van het personeel in dezen te behartigen, zonder de Ge
meentekas al te zwaar te belasten. Aan het einde van dit
verslagjaar was dit voorstel nog in behandeling.
De Commissie werd in de gelegenheid gesteld van advies
te dienen nopens een regeling van het verlof ingeval van
ziekte, enz., waarbij toet personeel van alle onderwijs
inrichtingen onder controle van den Gemeentelijken
Geneeskundigen Dienst werd gesteld, zoodat van 1 Januari
1917 af ook liet personeel der Visscherijsehool onder die
regeling zal vallen.