53
85
Engelsche taal.
I
Rekenen.
Algebra.
De commissie constateert met genoegen, dat het schrif
telijk werk over ’t geheel beter was dan ’t vorige jaar. De
vaardigheid om met logarithmen te werken liet bij velen
echter te wenschen over; ook was de oplossing van het
De sub-eomm. kan in hoofdzaak de opmerkingen van haar
voorgangster herhalen. Slechts een paar punten wenscht zij
bijzonder onder de algemeene aandacht te brengen:
a. Ten aanzien van het schriftelijk werk: een algebraïsche
oplossing van een vraagstuk wordt, wanneer zij goed is,
met het cijfer 6 gewaardeerd.
b. Ten aanzien van het mondeling examen: de kennis
van het metriek stelsel liet bij sommige candidaten nogal
te wenschen over; de sub-eomm. stelt meer prijs op een
behoorlijk inzicht in de leer der getallen (binnen de grenzen
van het programma natuurlijk!) dan op dressuur.
Het examen in de Engelsche taal gaf dit jaar geen aan
leiding tot bijzondere opmerkingen. Nog altijd moet er de
aandacht op gevestigd worden, dat nog veel te dikwijls het
onderwijs in de vreemde taal in het Nederlandsch wordt
gegeven, zoodat de eenvoudigste vraag in de vreemde taal
gedaan, niet verstaan wordt door de(n) candidaat. Ook kan
er niet genoeg op aangedrongen worden, dat er wat meer
in het Engelsch gelezen wordt en dat er zorg wordt besteed
aan het weergeven van het gelezene.
geleerd zonder meer, teneinde aldus de candidaten op de
eventueele vraag: Wilt U iets vertellen van ’t geen
gelezen hebt? mechanisch voor te bereiden.
Overigens geeft liet examen 1916 geen aanleiding tot
nadere opmerkingen. Aan 20 der candidaten moest een
onvoldoend cijfer worden toegekend, terwijl aan ruim 10
het cijfer 8 (of hooger) kon worden gegeven.
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.