53 i 119 4. Leerlingen en Onderwijs. i Op 31 bijzondere scholen bleef het getal leerlingen stand vastig; op 30 had vermeerdering plaats ten hoogste met 60 leerlingen, terwijl op 10 scholen vermindering viel te eoustateeren met één tot 40 leerlingen. De totale vermeerdering en vermindering vindt men op pagina., van dit verslag. Schoolverzuim. In het geheel geen opgave deden 3 hoof den van bijzondere scholen (vorig jaar 9) n-1. mej. J. P. Posthuma, 2e Schuytstraat 324 (voor de 4e maal); A. Renes, Prinsegracht 64 (voor de 4e maal) en J. Pelser, Ferdinand Bolstraat 3 (voorde 3e maal). Van de 68 scholen, die volledige opgaven inzonden, beliep het gemiddeld verzuim 3.27 tegen 3.62 in het vorige jaar. Het hoogste percent kwam voor op de scholen: Gas laan 1 n.l. 9 en Sweelinckstraat 59 eveneens 9 op beide scholen hoofdzakelijk veroorzaakt door veel zieken. 36 en uitsluitend na de les op 11 scholen. In den regel onder kwam voor op één en in den regel buiten op 5 scholen. Geen bericht kwam in van 18 scholen. Coëducatie. Op 33 scholen treft men coëducatie aan. Uit sluitend mannelijke leerlingen komen voor op 21 en uit sluitend vrouwelijke op 17 onderwijsinrichtingen. Aangaande twee meisjesscholen wordt wederom bericht, dat alleen in de laagste klassen enkele jongens waren ge plaatst. Met uitzondering van 2 (vorig jaar 3) bleef op alle R.-K. scholen de scheiding tussehen de jongens en de meisjes gehandhaafd. De twee R.-K. scholen, waar coëducatie plaats heeft, zijn die der stichting van het H.-Hart aan de Beeklaan 184, hoofd Mej. A. M. B. G. Bogaers (79 jongens en 423 meisjes) en die der Parochie van den H.-Antonius Abt aan de Cor- nelis-Jolstraat 117 hoofd de heer Chr. L. Wesseling (271 jongens en 238 meisjes). VERSLAG LAGER ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1916 | | pagina 1651