53
140
Commissie reeds in hare vergadering van 2 December 1913
eene sub-Connnissie ad hoe benoemd, die de opdracht had
ontvangen, een uitgebreid onderzoek in te stellen naar het
ambulantisine der hoofden van openbare scholen te dezer
stede en de resultaten van dit onderzoek in een Rapport
neer te leggen.
In Februari 1914 zond genoemde sub-commissie aan alle
onderwijzers en onderwijzeressen, zoomede aan de hoofden
van scholen, een tweetal vraagpunten ter beantwoording.
Het getal der ingekomen antwoorden bedroeg 703, t.w.
72 van hoofden van scholen en 631 van klasse-onderwijzers
(-essen).
De bewerking van dit materiaal kostte begrijpelijkerwijze
een vrij langen tijd. Het nemen van ontslag door twee leden
der sub-Commissie en hunne vervanging door andere was
bovendien niet bevorderlijk aan den spoedigen voortgang
van het werk, terwijl ten slotte het intreden en voortduren
van den oorlogstoestand, waardoor het aanvankelijk velen
niet doelmatig scheen, de gemoederen in onderwijskringen
meer dan strikt noodig in beroering te brengen, de verschij
ning van het Rapport der sub-Commissie ad hoe mede
eenigszins heeft vertraagd.
Den 28sten Januari 1916 eindelijk besloot de sub-Com-
missie haar Rapport ter behandeling in te zenden.
Nadat het in de besloten vergadering van 4 Maart in het
algemeen was besproken, wenschte de Commissie de eerst
volgende openbare vergadering, op 7 April, aan de behan
deling te wijden, wat is geschied.
Uit dit Rapport nu bleek onder meer, dat in deze ge
meente met betrekking tot de werkzaamheden van het
hoofd eener school in het geheel geen systeem bestaat.
Er zijn bijvoorbeeld hoofden, die uitsluitend of bijna uit
sluitend ambuleeren, zonder zich dus ooit of slechts bij
h'ooge uitzondering te belasten met het geven van onder
wijs, ook zelfs niet bij ontstentenis van een lid van het
onderwijzend personeel.
Daar verondersteld mag worden, dat ook die hoofden
van scholen bij hunne aanstelling tot de uitstekendste
onderwijskrachten behoorden, is het zeer te betreuren, dat
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.