I 53 1 141 a VERSLAG LAGER ONDERWIJS. de school nimmer direkt van hunne voortreffelijke gaven heeft kunnen profiteeren. Weer anderen combineeren, bij afwezigheid van een onderwijzer(es), terstond klassen, wat zeer nadeelig is voor het onderwijs van beide klassen, of geven hoogstens een paar malen zelf les, doch trachten intusschen zoo spoedig mogelijk te zorgen, dat een tijdelijke onderwijzeres wordt aangesteld, om niet te lang aan hunne eigenlijke bezig heden, controleeren en administreeren, onttrokken te wor den, terwijl een derde groep bij ontstentenis van een lid van het onderwijzend personeel langeren tijd zelf voor de klasse gaat staan en voorts nu en dan hier of daar een les geeft, gedurende welken tijd de klasse-onderwijzer(es) zich met correctie bezig houdt. Hoewel gelukkig ook verscheidene hoogst ijverige hoof den worden aangetroffen, die steeds met lust aanpakken en consciëntieus hun taak vervullen, vormen zij, die geregeld wekelijks praktisch in de verschillende klassen der school werken en voortdurend bij kortere of langere absenties zelf willen invallen, zonder om tijdelijke leerkrachten te hebben gevraagd, uitzonderingen. Over ’t geheel genomen is hiermede de bestaande toestand geschetst. Dezen toestand kan onze Commissie echter niet goedkeuren, hoewel hij zijn grond vindt in de betrokken Verordening, die nóch den hoofden het onderwijs in eene vaste klasse opdraagt, noch voorschrijft, dat zij ook inaar een enkel lesuur zelf hebben te geven. Bij het voorbereidend hooger of gymnasiaal en het mid delbaar onderwijs daarentegen bestaat zulk een ongerijmd heid niet. Hiervoor zorgt de Rijkswet, die zegt, dat een der leeraren den titel draagt van rector resp. directeur, dus deze hoofden van onderwijsinrichtingen zijn leeraren, der halve onderwijskrachten en daarenboven rectoren, resp. directeuren. Ook bij het lager onderwijs gaat de Rijkswetgever blijk baar van dit beginsel uit, wijl in de Wet tot regeling van het lager onderwijs gesproken wordt van „onderwijzers van bijstand”, waarmede ongetwijfeld bedoeld wordt: bij-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1916 | | pagina 1673