53
144
i-
op welke gronden en op welke feiten berust
Uwe meening?
Wanneer niet uitdrukkelijk het tegendeel vermeld is, wordt
verder in dit rapport het woord „onderwijzers” gebruikt ter aan
duiding van beide sexen.
1. Heeft Uwe ervaring U geleerd, dat het Ambnlantisme
in den vorm, zooals liet hier ter stede bestaat, in het belang
van het onderwijs is?
Zoo ja
Zoo neen
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.
onderwijzeressen, zoowel Hoofden van Scholen als Onder
wijzers van Bijstand van het Openbaar Onderwijs het vol
gende tweetal vraagartikelen toegezonden:
2. Welke maatregelen acht Gij noodzakelijk en mogelijk
in verband met de bestaande wetgeving, om de Uws inziens
voor het onderwijs nadeelige gevolgen van het bestaande
stelsel zooveel doenlijk beperken?
De toezending der vraagartikelen geschiedde door tus-
sehenkomst van de hoofden der scholen, aan wie in totaal
een 809-tal daartoe dienende aanschrijvingen ter beschik
king gesteld werd.
Voor de beantwoording heeft over het algemeen het ge-
heele personeel, zoowel hoofden als klasse-onderwijzers,
zich veel moeite gegeven, naar overtuiging en vaak met
groote uitvoerigheid.
Onze Comm. meent niet te mogen nalaten, te dezer plaatse
deswege hare waardeering te betuigen.
Het aantal der ingekomen antwoorden bedraagt 703, te
weten 72 van hoofden van scholen en 631 van klasse-onder
wijzers.
Alle 72 hoofden verklaarden zich, afgescheiden van de
practijk van het Haagsche stelsel, voorstanders van het
ambnlantisme in algemeenen zin, tenminste op 12- en meer-
klassige scholen.
Van de 631 klasse-onderwijzers bleken er 478 tot de be
paalde tegenstanders te belmoren; de overige 153 tot de
voorstanders, waaronder medegerekend diegenen, welke om