53 145 naar 10 VERSLAG LAGER ONDERWIJS. geen of geen beslist oordeel uit verschillende redenen brachten. Omtrent de verdere specificatie der getallen, verdeeld over manlijk en vrouwelijk personeel, alsmede over de rubrieken 2e kl., Ie kl. en burgerscholen zij verwezen bijgaanden Staat (Bijlage I). Opmerkelijk is, dat er bijna geen enkele voorstander is van de wijze, waarop hier ter stede bet ambulantisme wordt aangetroffen; voorts, dat naar verhouding onder het vrouwelijk personeel meer voorstanders voorkomen dan onder het manlijk: 34,8 tegenover 19,3 eindelijk dat voor beide sexen het grootste aantal voorstanders te vin den is op de burgerscholen: 50 der aanwezige vr. en 28,6 der mank onderwijzers, welk laatste verschijnsel in tegen spraak is met eene verwachting, voortspruitende uit de overweging, dat de onmisbaarheid van het ambulantisme eerder op de 2e en le kl. scholen, die voor het overgroote meerendeel 12 en meer klassen tellen, zou kunnen gevoeld worden dan op de burgerscholen, meest alle met kleiner aantal klassen. Evenmin wordt eene verwachting bewaarheid, die men zou kunnen gekoesterd hebben, dat vele plaatsvervangende hoofden het ambulantisme gunstig gezind zouden zijn ge worden, doordat zij daarmede practisch kennis gemaakt hebben, telkens wanneer zij voor het hoofd moesten inval len. Van de 33 onderwijzers, die van hunne kwaliteit als plaatsvervanger op de ingediende bescheiden deden blijken, belmoren slechts 9 tot de voorstanders. De in de ingeleverde antwoorden opgenoemde argumen ten vóór en tegen het ambulantisme loopen betrekkelijk weinig uitéén en leveren geene nieuwe principiëele ge zichtspunten op, na de uitvoerige beschouwingen, in diverse brochures en tijdschriften gepubliceerd. Als algemeen verschijnsel zijn der Comin. de volgende bijzonderheden opgevallen: Wat de klasse-onderwijzers betreft, kwam de door velen gevoelde geringschatting van hetgeen de hoofden verrich ten, aan het licht; voorts bleek uit de antwoorden niet altijd,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1916 | | pagina 1677