53
149
„De een deed zün werk, werkte vrijwel nooit in de klas,
„combineerde bij ziekte (’t is 10 jaar geleden en nu is het
„uit), was de welwillendheid zelve, maakte opmerkingen op
„de prettigste manier, hielp je bij moeielijkheden (ik was
„jong en had wel eens hulp noodig) enz. Toch was ik in die
„dagen fel tegen het ambulantisme gekant. Ik ging alleen
„om met collega’s, die dachten als ik, en onze gesprekken
„gingen over de werkelijke en vermeende fouten van onzen
„chef. Geen oogenblik kwam in ons de gedachte op, dat wij
„rondbazuinden de fouten van het hoofd der school, terwijl
„die van zijn kant niemand sprak over onze gebreken. Onze
„voortreffelijkheid kwam prachtig uit, hij werd steeds min-
„derwaardiger in onze oogen. Later kwam ik bij mijn tegen-
„woordigen chefHij is een tact-
„vol manMaar ’t is
„en onderdeeltje van de groote zaak. Verbetering van
„positie van den onderwijzer komt er niet zonder wijziging
„van art. 21 der Wet op het L. O. En waar er geen ambu-
„lante hoofden zijn, is de strijd tussehen hoofd en klasse-
„onderwijzer even fel, als het onaangename meuschen zijn;
„en omgekeerd, waar ambulant hoofd en onderwijzer plicht-
„volle, taktvolle meuschen zijn, die hun plaats weten, daar
„zal geen strijd zijn.”
In hoeverre men het eens kan zijn of niet met ons hooger-
geuoemd oordeel over de mate van beteekenis, toe te
schrijven aan elk der invloeden, stelsel en personen, tot het
ontstaan der gebleken gebreken van het ambulantisme,
zonder tegenspraak mag o.i. uit de verscheidenheid van het
in de antwoorden bijeengebrachte feitenmateriaal geconclu
deerd worden, dat, evenals trouwens in het algemeen bij elk
denkbaar stelsel en samenstelling van personeel, ook ten
deze beide invloeden er toe hebben bijgedragen.
Verbetering behoort alzoo zeker zoowel ten opzichte van
het stelsel, als het zij het ook niet zoozeer tegenwoordig
dan wel toekomstig personeel gebracht te worden.
Daartoe liggen, in aansluiting met ons meerbedoeld oor
deel, de middelen voor de hand, als te vinden in doelmatige
uitvoering en doorvoering van eenig vigeerend stelsel en
in, zooals ook in vele antwoorden wordt aanbevolen,
verslag lager onderwijs.