I
14
Het toezicht op de verschillende takken der gemeente
huishouding werd verdeeld als volgt:
de Burgemeester: de afdeelingen Algemeene Zaken
en Militaire Zaken en de Brandweer.
Op 1 Januari 1917 bestond het College van Burge
meester en Wethouders uit de heeren:
b. Het College van Burgemeester en Wethouders.
In de plaats van den heer H. de Wilde, die door
het aanvaarden der benoeming tot lid van het College
van de Gedeputeerde Staten der provincie Zuid-Holland,
ingevolge art. 25 der Gemeentewet, op 7 Juli had opge
houden lid te zijn van den Gemeenteraad, werd in de
Raadsvergadering van 7 September tot Wethouder
gekozen de heer A. C. A van VüUREN.
Bij Raadsbesluit van 15 Mei werd vastgesteld eene
nieuwe verordening, regelende de pensionneering van
de Wethouders.
1917
1917
1917
1917
1920
1920
de Wethouder A. C. A. van Vduren: de afdeelingen
Burgerlijke Stand, Bevolkingsregister, Algemeene Be
de Wethouder .1. Jühriaan Kokde afdeelingen Plaat
selijke Werken en Eigendommen I en II en de Visschers-
haven.
de Wethouder J. C. Jansen: de afdeeling Gemeente
bedrijven (Lichtfabrieken, Duinwaterleiding, Telefoon
en Openbaar Slachthuis).
Jhr. Mr. Dr. H. A. van Karnebeek, Burgemeester
A. C. A. van Vduren, Wethouder
Mr. J. D. Verbroek,
Mr. P. Droogleever Fortuyn,
J. C. Jansen,
J. Jurriaan Kok,
wordende door den Burgemeester een jaarwedde ge
noten vanf 10.000
en door eiken Wethouder van- 5.000
b
Gerekend van 1 Januari 1917 vastgesteld op f 15.000.
Jaar van
aftreding.