53
I
178
’s-Gravenhage, 10 October 1916.
i
N“. 542.
ChuiericerpHet rooken
door schooljongens.
In onze openbare vergadering van den 4den Januari 1916
heeft het rooken door de mannelijke leerlingen der 2de- en
Iste-klassescholen een onderwerp van beraadslaging uitge
maakt en werd van verschillende zijden op de nadeelige
gevolgen hiervan voor de gezondheid gewezen.
Medegedeeld werd, dat reeds in enkele gemeenten door de
overheid strafbepalingen waren ingesteld tegen den ver
koop of het verstrekken van tabak, sigaren of sigaretten
door de winkeliers aan kinderen beneden de 14 jaren.
Ten einde te onderzoeken, welken omvang dit euvel in
deze gemeente had genomen, besloot onze Commissie in
bovengenoemde vergadering een sub-Commissie ad hoe in
te stellen, die zich met dit onderwerp zou bezighouden en
ten slotte een Rapport aan haar zou uitbrengen. De leden:
Mr. H. J. Nieboer, A. Roest Crollius en Dr. J. J. Pigeaud
werden tot leden dezer sub-Commissie benoemd en brach
ten in onzé openbare vergadering van den 3den October j.l.
verslag uit.
Na ampele discussie vereenigde onze Commissie zich met
het uitgebrachte Rapport, waarvan de slotsom is: Dat dooi
den Gemeenteraad wordt vastgesteld een verordening tot
beteugeling van het gebruik van tabak door kinderen.
Wij hebben de eer hierbij Uw College dit Rapport in
enkele exemplaren over te leggen met het beleefd verzoek
de wenschen, hierin uitgedrukt, in ernstige overweging te
willen nemen en te bevorderen, dat door den Gemeenteraad
eene Verordening wordt in het leven geroepen, in den geest
van die der gemeente Leiden, in het Rapport vermeld.
De Plaatsélijke Commissie van Toezicht
op het Loper Onderwijs,
(w.g.) Dr. F. M. Cowan, Voorzitter.
B. van der Esch, Secretaris.
Aan
Heeren Burgemeester en Wethouders
van ’s-Gravenhage.
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.