j
59
i
FRÖBELLEER.
12
VERSLAG BE WA ARSCHOOLAKTE EXAMENS.
PAEDAGOGIEK.
Van de drie opgaven voor een opstel kozen 55 eandidaten
het eerste onderwerp, 22 het tweede en 5 het derde. Over
het geheel konden de opstellen aan niet te strenge eischen
voldoen, doch taal- en stijlfouten kwamen nog te veel in
het werk voor. Het cijfer 8 werd 3 maal toegekend: het
cijfer 7 zes en twintig maal, 6 zeven en dertig maal, 5
vijftien maal en het cijfer 4 slechts één maal.
De resultaten van het mondeling onderzoek waren vrij
bevredigend.
Er werd aan de eandidaten gevraagd, welke onderwerpen
zij bestudeerd hadden en naar aanleiding van hare ant
woorden werden enkele vragen gesteld om te zien, in hoe
verre zij eenig inzicht hadden in het aandeel, dat de
bewaarschool kan hebben in de verstandelijke, zedelijke en
lichamelijke vorming der kinderen. Dikwijls werd haar ook
de keuze gelaten van een onderwerp, waarover zou ge
sproken worden. Slechts weinigen echter maakten daarvan
gebruik; de meesten lieten de keuze aan den examinator
over.
De .meeste eandidaten hadden nog weinig ervaring in de
school opgedaan. Haar kennis bepaalde zich in den regel
tot hetgeen haar omtrent opvoeding en onderwijs geleerd
was. Slechts met enkele eandidaten kon een stapje verder
gegaan worden. Het waren de meer ontwikkelden en de
meer ervarenen. Aan een der laatsten kon bij het mondeling
onderzoek het cijfer 9 worden toegekend, hoewel baar op
stel slechts met een 6 kon worden gewaardeerd.
Geëischt wordt, dat de eandidaten bekend zijn met de
speelgaven van Fröbel en anderen en dat zij blijk geven
van vaardigheid in het werken daarmede.
Over ’t algemeen kon er wel een voldoend cijfer gegeven
worden, slechts vijfmaal werd een 5 toegekend. Er werd
echter bij de beoordeeling in aanmerking genomen, dat de
eandidaten nog weinig practische ervaring bezaten, want
bij een strengere beoordeeling zouden er stellig meer on
voldoende cijfers gegeven zijn. Het kwam nogal eens voor,
dat de eandidaten ’t legspel, den vouwstok en ’t bouwspel
slechts bij naain kenden; sommigen hadden er zelfs nooit
over hooren spreken. Ook de veranderingen van de 2e gave
waren velen onbekend. Eveneens werden veel fouten ge
maakt bij de groepverdeeling van de Fröbelgaven.
De zoogenaamde tusschengaven waren heter bekend: de
eandidaten wisten gewoonlijk wel te vertellen, welke leem
ten die in de reeks van bouwgaven aanvulden.