59 13 SPELEN. Voor dit deel van liet examen luidde de opgave: „Schrijf vijf titels op van gebonden en vijf van vrije of half vrije spelen: uit elk vijftal zal één spel-gekozen worden, dat u moet beginnen den kinderen aan te leeren: voor ’t gebonden spel zijn 20 minuten, voor ’t andere 10 minuten bestemd. Platen of andere hulpmiddelen staan u ten ten dienste”. Bij de beoordeeling werd gelet op: opstelling der klasse, inleiding en verklaring van het spel, voordoen en aan- leeren der bewegingen, opmerken en verbeteren der fouten, leertoon en omgang met de kinderen. De opstelling der leerlingen ging meestal vlug en handig. Soms echter werden de kinderen één voor één bij den arm gevat en naar ue plaats in de rij gebracht. Soms ook ston den ze te dicht op elkaar, zoodat vrije beweging der armen onmogelijk was. Ook kwam het voor, dat een spel werd aangeleerd in een kring, terwijl de opstelling in rijen de daarvoor aangewezen vorm was. ’t Gevolg was, dat vele kinderen met de verkeerde hand werkten. Door een boeiende en verklarende inleiding wisten vele eandidaten de belangstelling voor het spel bij de leerlingen op te wekken. Zij volgden, ook bij het aanleeren van het spel, de goede methode. Sommigen meenden te kunnen volstaan met den naam van het spel te noemen, enkele weinig beteekenende vragen te stellen en het vers voor te zingen, waarna ze de kinderen zetten voor de veel te zware taak, om uit den Het werken met de speelgaven was over ’t algemeen goed. Toch kwam het nogal eens voor, dat de candidaat van mozaïek of bouwgave geen leervormen kon maken; wel hadden velen er over hooren spreken, maar zelf hadden zij ze nooit gemaakt. Gevraagd werd o. a.: Op welke manier kunt ge een levens- of sehoonheidsvorm samenstellen van de verschillende bouwgaven? Welke manieren kent ge voor ’t werken met mozaïek? Hoe kunt ge een figuur veranderen? Hoe leert ge den kinderen een figuur van vlechtmatteu? Hoe past ge de zelfwerkzaamheid toe? Gesproken werd over: de verschillende ongedeelde en gedeelde gaven, mozaïek, iegspel, ’t prikken, knip- en plak werk, matjes vlechten, vouwen, boetseeren, teekenen en verder over allen Fröbelarbeid, die op de bewaarschool gedaan wordt. Zoo mogelijk werd hierbij den eandidaten gelegenheid gegeven haar vaardigheid in ’t werken met de verschillende gaven te tooneu. VERSLAG BEWAARSCHOOLAKTE-EXAMEXS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1916 | | pagina 1979