205
rapport van den geneesheer-directeur is gevoegd, opge
nomen als Bijlage 18.
Betreffende de andere ziekenhuizen, de wijkverple-
gingen, enz.. de krankzinnigengestichten en het gesticht
voor minderjarige idioten, kan het volgende worden
medegedeeld:
1132
1235
980
139
116
37887
61060
160
1811
1971
1664
146
161
263
2943
3206
2644
285
277
vrouwen
ongeneesl. 14664
te zaïnen 113611
De genees- en heelkundige dienst in het ziekenhuis
was op 1 Januari samengesteld als volgt:
Dr. J. G. M. Mastboom voor inwendige ziekten; dr.
M. Rutgers voor heelkunde: dr. H. F. P. Maasland voor
gynaecologie; dr. H. J. Kuynders voor oogziekten; dr.
P. J. Th. Dietz voor onderzoek en behandeling met
Röntgenstralen: dr. C. J. E. Ruijsch voor keel-, neus-en
oorziektendr. H. A. M. Hootsmans voor inwendige ziekten
dr. F. J. Roes voor bacteriologie, serologie en path,
anatomie.
Inwonende hulp-geneesheerendr. A. C. M. Beukers,
dr. H. A. M. Hootsmans en dr. H. J. C. W. Heijmans.
In het college van Regenten kwam in 1916 de
volgende veranderingen
De heer J. J. Cruijt, die gedurende verscheidene
jaren de taak van penningmeester heeft vervuld, is op
4 November 1916 overleden. Hij werd als zoodanig
1°. Gast- en Ziekenhuizen, enz.
Ziekenhuis ran den H. Johannes de Deo.
Op 1 Januari 1916 waren in verpleging 103
in 1916 opgenomen
alzoo verpleegd in 1916
ontslagen als hersteld of verbeterd
overleden
op 31 Dec. 1916 bleven in verpleging
Op 1 Januari 1916 waren in verpleging 40 ongenees
lijke vrouwen; er werden in den loop des jaars 11 opge
nomen, terwijl 7 overleden zijn en 2 de inrichting
hebben verlaten, zoodat er op 31 December aanwezig
waren 42.
Het getal verpleegdagen bedroeg voor de mannen
mi. ,wn
Vrouw.
Totaal.
Mann.
n t
r n