I
59
16
VERSLAG BEWAARSÖHOOLAKTE-EXAMENS.
AKTE B.
NEDERLANDSCHE TA AL.
(9—10.301.
TELKENEN.
10.30—12.30.
Maak een opstel over een der volgende onderwerpen:
1. Sport.
2. „Die goeie ouwe tijd!”
3. Een mooie herfstdag.
4. De jongste in huis.
OPVOEDKUNDE.
(2-4).
daarop te teekenen of de verschillende vouwen van een
vouwsel goed te laten uitkomen.
De toon was meestal vriendelijk en opgewekt, slechts
een enkelen keer overdreven en gemaakt.
Aan de opgave werd niet altijd voldaan: bij een vouwles
werd b.v. een te groot gedeelte van den tijd besteed met
het opnoemen der kleuren: bij een les met ringen en stokjes
werden slechts drie halve ringen gebruikt, enz.
Ofschoon de Commissie het goede in die lessen waar
deerde, hield zij bij het toekennen der cijfers rekening
daarmede.
Maak een opstel over een der volgende onderwerpen:
1. De bewaarschool heeft niet alleen uit een maatschap
pelijk, maar ook uit een paedagogisch oogpunt groote
waarde.
2. Het aansehouwingsonderwijs op de bewaarschool.
Het schriftelijk werk van het examen voor de hoofdakte,
Akte B, dat gehouden werd op 26 September te Rotterdam
en te ’s-Gravenhage, bestond uit de volgende opgaven:
Maak over één der volgende onderwerpen twee schetsen,
waarvan één zoo goed mogelijk opgewerkt:
a. Vader en zoon zijn onderweg; ze zullen gaan vissehen.
Aan de vaart gekomen leggen ze spoedig in. Na eenigeu
tijd heeft de jongen beet: hij haalt op en een oude
hoed zit aan het haakje.
b. Jan loopt met zijn hondje. Een straatjongen plaagt
het dier of werpt het met een steen. De hond loopt den
jongen na en bijt hem een stuk uit de broek.