59 23 VERSLAG BEWAARSCHOOLAKTE-EXAMENS. FRÖBELLES. De opgaven der Fröbellessen luidden als volgt: 1. Geef een les niet de le gave en laat daarbij getal en kleur uitkomen. 2. Idem met de 2e gave, waarbij de eigenschappen der lichamen uitkomen. kwamen? Waarom? Welk verband is er tusschen de le en 2e gave? Welke veranderingen kent ge van de laatste? Noem eens de manieren, waarop ge een mozaïek of bouw- figuur kunt samenstellen en veranderen. Gevraagd werd een leergang voor de geheele school te geven over één van de volgende vakken: bouwen, mozaïek, klei, teekenen; of voor een klasse: van de le of 2e gave, bouwspel e.a. Ge sproken werd over ’t vlechten: de candidaat kon haar meenhig zeggen over de verschillende bestaande matten. Van alle vakken werd gevraagd, voor welke klasse de candidaat ze geschikt achtte en waarom. Onderzocht werd, of de candidaat bekend was met wat er zooal uitgekomen is in den laatsten tijd, als: raffia, leermiddelen van mevr. Francken Coster, legspel enz. Ver der werd aan allen arbeid op de Bewaarschool de aan dacht gewijd. Gevraagd werd nog: Wat zijn leermiddelen naar Fröbel en aan welke eiscben moeten die voldoen? Vertel eens iets over 't opwekken tot zelfwerkzaamheid. Gevraagd werd naar de leerstof van den verschillenden Fröbelarbeid en op welke manier wij ze den kinderen kunnen aanleeren. Over ’t algemeen waren de antwoorden voldoende, som mige zelfs heel goed. Toch kan niet genoeg de aandacht van a.s. candidate!! gevestigd worden op den laatsten regel van de exameneischen, waarin staat: „bekendheid met wat er in den laatsten tijd is uitgekomen.” Al zoo vaak is gebleken, dat sommige candidate!! niet, andere slechts heel oppervlakkig daarover konden spreken. Waar de akte B de bevoegdheid geeft om aan ’t hoofd van een school te staan, mag toch wel wat grondiger kennis worden ge nomen van alles, wat er op bewaarschoolgebied uitkomt. Ook kwam het nu, evenals bij het examen voor de akte A nogal eens voor, dat de candidaat niet bekend was met het bouwspel. Hoe kan iemand het voor of tegen er van aantoonen, als ze er nooit mee gewerkt heeft? Bij ’t aan geven van verschillende leergangen werd gewoonlijk op gegeven, wat de candidaat op haar school had waar genomen, eigen inzicht toonden slechts enkelen. Toch behoefde het cijfer vier slechts 1, vijf 3 keer gegeven te worden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1916 | | pagina 1989