I 11. Is het Uwer Commissie geble ken of er verbetering is waar te nemen in de door behan delde gevallen van schoolver zuim het geregeld van het doel Veel of zeer veel verbeterd in 32 gevallen. Weinig of niets verbeterd 22. Als vallend buiten de L. W. van de school afgeschreven of wel door plaatsing op andere school 25. Niet kunnen achterhalen of te recent 10. ih 3 Punt I. Bij afwezigheid van een leerling onmiddellijk schriftelijk be richt van ouders of verzorgers. Dit bericht te doen met een formulier, waarop een deel het antwoord be vat op de vraag, waarom afwezig? Hiervoor ware vrijdom van port aan te vragen. Punt II. Strenge toepassing van de verordening vastgesteld door den Gem. raad 20 Nov. 1916 ex art. 29 Leerplichtwet. Punt III. In verband met het arrest van den Hoogen Raad van 30 Oct. 1916 (W. B. v. h. R. no. 10043) de schoolopzieners uit te noodigen te willen overwegen voor het ver volg de beide ouders als aanspra kelijke personen verantwoordelijk te stellen voor de gepleegde ver zuimen. Punt IV. Herziening Leerplicht wet: o.a. A. bekorting van de ter mijnen, waarop de gepleegde ver zuimen ter kennis van den school opziener en de Cie. tot w.v.s. worden gebracht. B. Snellere rechtspraak. C. Strafbaar stellen van het niet verschijnen, na oproeping, voor de betrokken Commissie. D. Het doen vervallen van de 2 schooltijden in de 30 dagen, die mogen verzuimd worden zonder strafbaar te zyn. 12. Welke maatregelen acht Uwe Commissie nog noodig ter be vordering van schoolbezoek en der Leerplicht? I le Afd.VERSL. V. D. COMM. T. WERING V. SCHOOLVERZ. 63 J t

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1916 | | pagina 2022