II
I
296
J.
In het verslag over het jaar 19151916 van het
Letterkundig Genootschap „Oefening kweekt kennis” wordt
medegedeeld, dat in de samenstelling van het Bestuur
de volgende veranderingen kwamenDe voorzitter, de
heer C. R. Bakhuizen van den Brin-k, die aan de beurt
van aftreding was, stelde zich niet meer herkiesbaar.
In zijne plaats werd de heer W. P. van Stock uni Jr.
gekozen. Ter vervanging van den onder-voorzitter, den
heer Marcellus Emants, die niet herkiesbaar was, werd
benoemd de heer dr. Edw. B. Koster. De secretaris dr.
A. J. Barnouw, die zijn ambt wegens drukke bezig
heden heeft moeten neerleggen, werd als zoodanig ver
vangen door den heer S. W. F. Margadant. Tot bestuur
ders uit de gewone leden werden in de plaats van de
heeren Mr. W. A. P. F. L. Winckel en Jhr. W. H. W.
de Kock, die niet voor een herbenoeming in aanmerking
wenschten te komen, en van wijlen den heer Mr. M.
de Pinto, gekozen de heeren Mr. J. Gelinde van Blom,
Mr. H. P. Grobbee en dr. W. van Schothorst.
De eerste vergadering werd gehouden op 17 Januari,
waarin prof. dr. H. Brugmans eene voordracht hield
over Johan van Oldenbatne veldt.
Ter gelegenheid van de algemeene Jaarvergadering
op 24 Februari sprak dr. C Hofstede de Groot over
Pieter de Hoogh.
Op 30 Maart werd door dr. H. E. van Gelder eene
lezing gehouden van de Haagsche Broederschap van
Sint Joris en de Oude Doelen.
Gedurende de maanden Januari en Februari werden
de Kunstbeschouwingen, waarmede reeds in November
1915 opnieuw was aangevangen, voorgezet.
In het voorjaar en in den zomer werden weder
eenige uitstapjes gemaakt, waaraan door vele Jeden
werd deelgenomen.
In het winterseizoen werd weder een aanvang ge
maakt met de kunstbeschouwingen. De eerste lezing
in dit seizoen werd gehouden door dr. H. E. van Gelder
over „Regentenzeden en Regententijd”.
In den loop van het verslagjaar verscheen serie 2
van de historische platenatlas.
Met de bewerking der notarieele protocollen werd op
het gemeente archief doorgegaan.
V