J
316
d.
e.
f. Schepen.
Een havenmeester
alsmede f 300,voor vergoeding van huis-
en kantoorhuur.
Een onderhavenmeester
Een havengaarder
Drie havengaarders, ieder
Zestien brugwachters, ieder
Twee brugwachters, ieder
Een brugwachter
Twee brugwachters, ieder
f 3500,—
1900,—
1200,—
1130,—
1050
900,—
800,—
750,-
Onder letter c. van dit hoofdstuk treft men daarom
trent eenige bijzonderheden aan.
In- en uitklaringen.
Hieromtrent zijn ons geene bijzonderheden bekend.
Op 1 Januari 1917 bestond het personeel bij het Haven
wezen uit:
Voor bovengemelde vaartuigen is in 1916 aan haven
geld ontvangen f 41.496,75. Aan havengeld werd ont
vangen f 840,—. Voorts werd tuin liggeld eene som van
f 397,38 ontvangen voor 236 vaartuigen, te zamen
metende 13246 ton, tuin niet-ingezetenen toebehoorende,
terwijl f 709,75 werd ontvangen voor bewoonde en
onbewoonde vaartuigen van ingezetenen der gemeente.
Aan haven- en liggelden werd alzoo te zamen ont
vangen eene som van f 43.443,88 tegen f 36.970,06 ten
vorigen jare.
Werren en Scheepsbouw
Te ’s-Gravenhage zijn gevestigd drie werven, waar
van een voor buiten- en binnenlandsche vaart en twee
voor binnenlandsche vaart en herstellingen. Voor zooveel
Scheveningen betreft verwijzen wij naar het verslag
der Visschershaven (Bijlage no. 16).
Ti
n
T)
n
ri
n
Ti
Jaarwedde.