I
I
I
12
8
VERSLAG DER GEMEENTEGASFABRIEKEN.
G a s 1 e v e r i n g.
De beperking der straatverlichting bleef, behoudens
ondergeschikte wijzigingen, gehandhaafd.
Zooals in vorige verslagen is opgemerkt, was door ver
schillende tegenstrijdige invloeden moeilijk na te gaan of
van de aanvankelijk onder den indruk van den oorlogstijd
door de verbruikers toegepaste vrijwillige bezuiniging veel
was overgebleven. Tegen den wintertijd steeg de afname
van het gas aanmerkelijk en dit verschijnsel werd veront
rustend tegenover de toenemende bezwaren om de benoo-
digde grondstoffen te verkrijgen, zoowel als tegenover de
enorme verhooging der aan de fabricatie verbonden kos
ten, waardoor de bestaande gasprijsregeling niet meer in
de gewenschte verhouding stond met den kostprijs van het
product.
Bij Raadsbesluit van 4 December werd een tijdelijke prijs-
verhooging ingesteld, waarvan werd verwacht dat zij eenige
vergoeding zou opleveren voor de hoogere kosten en boven
al het verbruik zou drukken. Op de verbruikers werd drin
gend beroep gedaan om hun verbruik zooveel mogelijk te
beperken. Voor de maand December had dit eenig gevolg,
zooals uit onderstaand staatje blijkt.
ton kon geen aanbieding verkregen worden. Hoewel ern
st'ge stagnatie in den aanvoer dreigde door vanwege de
Engelsche regeering opgeworpen belemmering, werd deze
nog tijdig voorkomen en de voorraad zoodanig aangevuld
dat hij op half September weer gelijk kwam met dien op
1 Januari.
Daarna traden nieuwe moeilijkheden in. zoodat, ondanks
de grootste zuinigheid in het verbruik de voorraad terug
liep tot 7600 H.L. op 31 December. In October was door
tusschenkomst van de Rijks-Kolendistributie met andere
fabrieken samen nog gecontracteerd voor 10.000 ton gas
olie van de Petroleum-Handelmaatschappij en 10.000 ton
van de Amerieau-Petroleum-Company, tegen den prijs van
f 110,per ton, loco Rotterdam, en hiervan werd aan
’s-Gravenhage 2.000 ton toegewrezen, voor levering tot Mei
1917. De kans voor volledige levering van dit kwantum
werd echter onzeker. De watergasproductie Januari/Juni
1916 bedroeg 7.715.919 M’. van de totale gasproductie ad
31.820.960 M3. of 24,2 tegen 6.065.317 AI3. van de totale
29.446.068 M3. of 20,6 in hetzelfde tijdperk van 1915; en die
van Juli/Deeember 1916 7.813.222 Al3. van de totale gaspro
ductie ad 32.393.574 AI'. of 24,1 tegen 7.139,613 M3. van de
32.081.380 Al3, of 22,2 in de tweede helft van het vorige
jaar.