41 f 4.872.005,11 f 24.985,53 6.776 23.642,97 Wij laten hier volgen een staat der genieentescliulden. f 5.000.000,Bij het aangaan dezer leening maakten wij, krachtens de ons op evengemelden datum door den Raad verleende machtiging, gebruik van de tusschen- komst van een consortium. De openbare inschrijving op deze leening had, tegen den koers van 94'/4 pCt., plaats op 28 Juli 1916. Het bedrag der afschrijvingen, zoowel tengevolge van reclame, als tengevolge van overlijden en vertrek en het bedrag der oninbare posten, is te stellen op pl.m. zoodat het zuiver bedrag ongeveer zal zijn 18.000 f 4.900.000 - 175.000,— f 4.725.000,— 17.703,25 60.442,18 De plaatselijke directe belasting naar het inkomen werd geheven naar het verhoudingscijfer 0.97. Het bedrag der kohieren beliep tot 1 April 1917 De nog vóór 1 Juli vast te stellen suppletoire kohieren zullen vermoedelijk bedragen pl.m Een overzicht der opbrengst van de Inkomstenbelasting over de jaren 1913, 1914, 1915 en 1916 is opgenomen onder de bijlagen van dit verslag als No. 10. De opbrengst der overige belastingen en rechten was als volgt: Hondenbelasting Vergunningsrecht Belasting op openbare vermakelijk heden Belasting op het gebruik van openbaren Gemeentegrond Belasting voor het stationneeren met rytuigen enz Rechten wegens het tijdelijk innemen van openbaren Gemeentegrond - 277.625,47 5 Hiervan werd gerestitueerd f 52.473,0/*. Deze belasting werd ingevoerd op 1 Juli 1915.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1916 | | pagina 43