15
6
VERSLAG VAN HET OPENBRAK SLACHTHUIS.
IV.
Keuringsdienst.
De gebouwen verkeerden in 1916 in goeden staat en wer
den naar belmoren onderhouden.
Het koelhuisdak, waarvan de vernieuwing in het laatst
van 1915 was begonnen, werd in de .eerste maanden van
1916 voltooid. Het is zonder eenig gebrek en voldoet in alle
opzichten.
In het groote kantoorlokaal van het administratiegebouw
werd een seheiwand aangebracht, waardoor een afzonder
lijk vertrek voor den Kassier gemaakt werd.
In 1916 onderging het personeel geen veranderingen. De
keurmeester, die het vorig jaar om gezondheidsredenen een
sanatoriumverblijf begonnen was, keerde in den loop van
1916 geheel hersteld terug en verrichtte daarna weder den
gewonen dienst.
De surveillance in de stad werd eenigszins gewijzigd; er
werd dit jaar vooral zorg besteed aan het surveilleeren op
den openbaren weg; toegangswegen tot de stad, stations en
andere losplaatsen werden in het bijzonder bewaakt, vooral
ook ’s avonds en ’s nachts. Om dit te verkrijgen werd het
aantal winkelbezoeken verminderd; 16666 bezoeken werden
gebracht, tegen 1315(10(1 in vorige jaren. Deze verminde
ring van winkel-surveillance, kon daarom gerust geschie
den, omdat de keuringsambtenaren nu, na 5 jaren, precies
weten, waar zij vooral toezicht moeten uitoefenen en waar
dit ten naastenbij overbodig geacht kan worden. Ook werd
door de keurmeesters toezicht uitgeoefend op de naleving
van sommige distributiemaatregelen.
Op 1 Augustus 1916 werd begonnen de keuringsdienst te
Rijswjjk uit te oefenen, ingevolge een overeenkomst tus-
schen de Gemeenten ’s-Gravenhage en Rijswijk.
Wat betreft eenige meermalen bij de keuring geconsta
teerde ziekten van slachtdieren, welke meer in het bijzon
der gevaar opleveren voor de gezondheid van den mensch,
het volgende:
Tuberculose kwam voor bij 3518 runderen (16.25%), 128
vette kalveren (1,19%), 71 graskalveren (1,58%), 5 nuchtere
kalveren (0.05 2 schapen (0,008), 1 paard (0.15 en
3581 varkens (8,23%).
Cysticercus inermis (lintwormlarven, die bij den mensch
lintwormziekte kunnen veroorzaken) werd bij het rund
8 maal gevonden en wel 2 maal in levenden en 6 maal in
III. Toestand van gebouwen en inrichtingen.