16A
11
VERSLAG GEMEENTELIJK GRONDBEDRIJF.
lil
Sedert 1 Januari 1916 is ook de financiëele administratie
van het bedrijf' bij den Dienst der Gemeentewerken onder
gebracht.
Financieel overzicht.
ergelijking met de begroeting voor 1916 geeft de
rekening over dat jaar aanleiding tot de volgende opmer
kingen:
De gewonen dienst laat een batig saldo van f 23.059,83®,
terwijl dit saldo geraamd was op 26.704.Dit verschil
ad. f 3.644,16® houdt verband met de volgende omstandig
heden.
De inkomsten, bedragende totaal f 154.880,96. overtreffen
de raming met f 25.186,96. terwijl de uitgaven ad f 131.821.12®
de raming overschrijden met een totaal bedrag van
f 28.833,12®.
De vermeerdering der inkomsten vloeit eensdeels voort
uit den bovengenoemden iubreng van gronden, waarvan
eenige verhuurd waren of in erfpacht waren uitgegeven.
Anderdeels is zij het gevolg van eene hoogere opbrengst
van erfpaehtecanou in verband met toename der erfpachts-
uitgifteu.
Ook het meerdere bedrag der uitgaven (in het bijzonder
de kosten van taxatie en grond- en polderlasteu) is voor
een groot deel aaai genoemden inbreng toe te schrijven.
Voorts steeg bet bedrag der uitgaven boven het rainiug-
cijfer, als gevolg van meerdere uitkeering aan het erf-
pachtsfonds; meerder disagio op de leeningssehuld terzake
van de bij te schrijven aflossing, meerdere rente in reke-
ning-courant, terwijl ook de post „reclame en advertentie-
kosten” de raming overtreft.
Het nadeel ig saldo van den buitengewonen dienst ge
raamd op f 579.220,bedraagt blijkens de rekening
f 1.052.568,11 5 of wel f 473.348.115 meer dan de raming.
De inkomsten waren voor „memorie” uitgetrokken;
wegens afkoop van grondrenten werd ontvangen f 20.80.
Tegenover dezen ontvangstpost is echter een uitgaaf tot
het zelfde bedrag geplaatst. (Buitengewone aflossing van
leeningssehuld en kapitaal ad. f 14.— en uitkeering aan het
reservefonds ten bedrage van f 6.80).
Het verschil tusschen de raming en de uitkomst van den
buitengewonen dienst, spruit voornamelijk voort uit de
omstandigheid dat de kosten van werken voor aanleg op
de begroeting voor memorie waren uitgetrokken, terwijl
zij blijkens de rekening in totaal hebben bedragen
f 407.122,08. Bovendien overtreffen bij te schrijven leenings-
rente en aflossing gezamelijk de raming met f 66.226,03®,
hoofdzakelijk als gevolg van meer genoemden inbreng.