J 21 wat de spreekuren in de zittinglokalen betreft, nog een aantal van 22073 consulten en wel een vermeerdering van 58511 tot 80584, zoo werden in 1916 alles bijeen niet meer dan 71514 consulten verstrekt, aldus in vergelijking met 1914 nog slechts een aantal van 13003 meer, daarentegen in vergelijking met 1915 een vermindering van 9070 con sulten. Deze vermindering komt vrijwel overeen met de ver schillen in het aantal door het Burgerlijk Armbestuur afgegeven bewijzen, hetgeen ook voor het hierna te ver melden aantal huisbezoeken geldt. In 1916 toch werden 24070 bewijzen voor den dienst afge geven, dit jaar voor het eerst uitsluitend in den vorm van maandkaarten, tegen 22788 maandkaarten, benevens een aantal geldig gebleven jaarkaarten voor 524 gezinnen, te zamen omvattende 1672 personen, in 1915. Rekent men nu, dat de personen, behoorende tot de laatste groep, in het betreffende jaar op twee tijdstippen van de jaarkaart gebruik hebben gemaakt, hetgeen naar de daaromtrent opgedane ervaring gemiddeld zeker het geval is geweest, dan komt men, de jaarbewijzen aldus in maandkaarten omgerekend, tot een aantal van tweemaal 1672 of 3344 maandbewijzen, die te zamen met de 22788 uigegeven tijdelijke bewijzen, een totaal van 26132 maand kaarten voor 1915 vertegenwoordigen of 2062 meer dan de 24070 maandkaarten van 1916, waarmede de verschillen in het aantal consulten reeds voor tweederde deel verant woord zijn. Nog vollediger doet zich de overeenstemming in de aan tallen der huisbezoeken gelden, die in 1915 tot een aantal van 26644 zijn afgelegd tegen een aantal van 24339 in 1916, waarmede een verschil van 2305 bezoeken verkregen is. Hieruit kan tevens worden afgeleid, dat tegen de in den aanvang der mobilisatie aan den dag getreden neiging om door uittreding uit de ziekenfondsen bij de Gemeente in onderstand te komen, door het Burgerlijk Armbestuur op voldoende wijze geremd is kunnen worden, zoodat thans alle reden bestaat om aan te nemen, dat er voor den Ge neeskundigen Dienst meer vastheid in den toestand ge komen is. De 71514 consulten, die een gemiddelde per dag van 196 spreekuurpatiƫnten voor acht afdeelingen vertegenwoor digen, zijn als volgt over de verschillende maanden ver deeld: VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST. 18A

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1916 | | pagina 752