I
1
I
I
I
21
.41
I
9
WERKLIEDEN.
II. Werklieden.
Mutatie.
a.
362 werklieden.
5 werklieden
1 werkman.
Af
6 werklieden.
Blijft 356 werklieden.
Bij
3
19
60
438 werklieden.
Zoodat op 31 December 1916 in het ge
heel in dienst zijn
tegen 428 in 1915.
Dit aantal wordt in het sproeiseizoen met plm. 60 werk
lieden uitgebreid ter voorziening in de benoodigde werk
krachten voor het sproeien en voor den meerderen arbeid,
welke des zomers aan de straatreiniging besteed moet
worden. Overigens zijn gedurende het geheele jaar afwisse
lend een aantal losse werklieden in dienst ter aanvulling
van het incompleet, ontstaan door ziekte, verlof, werkzaam
heden bij den Ontsmettingsdienst en dergelijke.
Vast aangesteld werden:
1 hoefsmid;
1 verver 2e klasse;
1 werkman 2e klasse.
J
Op 31 December 1915 waren in vasten
dienst
Van dezen zijn in den loop van het jaar:
a. eervol ontslagen met toe
kenning van. pensioen
wegens invaliditeit
b. eervol ontslagen op ver
zoek
Zoodat op 31 December 1916 in vasten
dienst zijn359 werklieden.
Verder zijn op dezen datum in tijdelijken
dienst (waaronder 2 jongmaatjes)
en ter eompleteering van de vaste bezet
ting, in lossen dienst