21 r 13 WERKLIEDEN. bedroegen dit d. Belooningen en straffen. Van de aangegeven ongevallen werd door de Rijksver- v.ekeringsbank in 28 gevallen een tijdelijke uitkeering en in 3 gevallen een voorloopige rente toegekend, terwijl in 17 gevallen vrije geneeskundige hulp werd toegestaan en 12 aangiften niet als ongeval werden beschouwd; 20 ge vallen betroffen losse werklieden. De maatregel waarbij aan losse werklieden, wien een ongeval óverkomt, gedurende ten hoogste drie maanden het verschil tusschen hun loon en de uitkeering van de Rijks- verzekeringsbank wordt uitbetaald, vorderde dit jaar een uitgaaf van f 332,55'. In verband met het in de Genieentebestekken opnemen van voorschriften terzake van het bepaalde in de artikelen 1638c en d van het Burgerlijk Wetboek, op de door aan nemers met hun werklieden te sluiten overeenkomsten, werd in 1914 het bestek van den aannemer voor het sorteeren en wegvoeren van het waardeloos vuil aangevuld met ver schillende bepalingen betreffende doorbetaling van het loon bij ziekte en verzuim aan de werklieden, die bij dat werk gebezigd worden. De kosten aan deze regeling verbonden, komen voor rekening van de Gemeente en jaar f 88.66. Ingevolge artikel 45 van het Werkliedenreglement 1911 werd een eervolle vermelding wegens 25-jarigen trouwen dienst toegekend, gepaard gaande met een gratificatie: a. ■van f 15.en een extra verlofdag aan de werklieden: K. Barnhoorn, M. E. Brand, A. v. Dijk, N. Fehling, N. v. d. Meer. J. B. Schleicher en K. v. d. Zwan. b. van f 10.— en een extra verlofdag aan de werklieden: A. Beverdani en W. II. G. Hahn. Aan 119 werklieden moest in het geheel 449 maal straf opgelegd worden en wel: 325 maal wegens te laat komen; 8 dronkenschap en zich begeven in een herberg in diensttijd:

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1916 | | pagina 810