21 19 PAARDEN. JJ geval Hierbij moet worden in acht genomen dat de aankoop van nieuwe paarden steeds in het voorjaar en de verkoop van ongeschikte paarden zooveel mogelijk in het najaar plaats heeft, zoodat in den zomer altijd meer paarden aan wezig zijn. Evenals vorige jaren geschiedde de bespanning van sproeiwagens te Scheveningen gedeeltelijk met huurpaar den van F. C. Dubois, alhier. Het gemiddeld aantal in dienst zijnde paarden over het geheele jaar bedroeg, met inbegrip der gehuurde paar den. 173. De geneeskundige behandeling der eigen paarden bleef opgedragen aan den Rijksveearts, den heer H. v. Aken, terwijl, in verband met het onder de wapenen zijn van den hoofdopzichter van liet voerwezen, de heer J. C. Roodzant zich wederom bereid verklaarde om toezicht te houden op den algenieenen toestand, de behandeling en de verzorging der paarden. Dank zij diens goede zorgen was de gezond heidstoestand der paarden in het jaar 1916 wederom bui tengewoon gunstig. In den loop van het jaar waren afwisselend 96 paarden ziek, waarvan 9 langer dan een maand. Het totaal aantal ziektedagen bedroeg 1579, dus gemiddeld per paard 9 dagen, tegen gemiddeld 8, 16, 14, 15, 14, 15. 18, 20 en 19 dagen, resp. in de jaren 19151907» De aard der ziekte was in: 30 gevallen koorts: kreupelheid: drukwond: verkoudheid; verwonding; abees; geschaafd; mok; koliek; hazenbak; 37 3 4 4 4 5 8 1 1 15 gevallen nageltred; 3 steengal •i

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1916 | | pagina 816