21
2(1
VERSLAG GEMEENTELIJKE REINIGINGSDIENST.
1 geval
1
1
1
1
1
1
gezwollen borst;
buik;
beroerte;
brand;
bevangen
longontsteking;
brandbeen.
Het geringe aantal ziektedagen kwam aan den dienst zeer
ten goede, waardoor in den zomer zoo goed als zonder
reserve gewerkt kon worden.
Op 29 Maart wierp paard no. 289, dat eenigen tijd tevoren
gekocht was, een veulen, hetwelk op 4 Juli verkocht werd
voor f 450.
Wegens geheele of gedeeltelijke ongeschiktheid werden
verkocht voor de slachtbank of om te dienen voor verder
gebruik 16 paarden (nos. 72. 91, 93, 102, 112, 122, 138, 157, 164.
198, 202, 234. 254. 264, 285 en 293) met een opbrengst van
f 6.879.50.
Gestorven zijn 3 paarden (nos. 57, 186 en 309), waarvan de
huiden f 58,opbrachten.
Een overzicht van het aantal, den diensttijd en den leef
tijd der paarden geeft bijlage G.
Evenals het vorige jaar had ook voor het tijdvak
1916 1917 met het oog op de hooge prijzen en den onzekeren
toestand geen aanbesteding van fourage plaats. Van een
oogenblikkelijk gunstigen stand van de markt werd telkens
geprofiteerd om fourage in te slaan, waardoor het gelukt
is om tegen naar verhouding billijke prijzen te koopen en
ten aanzien van het hooi zelfs tot den nieuwen oogst van
het jaar 1917 gedekt te zijn. Ten*aanzien van de haver hield
evenwel in September de vrije markt op en was deze dienst
aangewezen op de distributie door de Regeering, waarbij
het rantsoen op dezerzijds gedaan verzoek bij wijze van
voorrang werd bepaald op 200 K.G. per paard en per
maand. Voor zoover de bergruimte op de eigen zolders
niet toereikend was, werd het hooi tijdelijk opgeslagen op
de zolders van het Openbaar Slachthuis.
Als bezuinigingsmaatregel werd de haver gedeeltelijk