92
met de Spaarbank te ’s-G ra ven hage, gesticht
door het Departement ’s-Gravenhage der
Maatschappij „Tot Nut van ’t Algemeen”,
waarby de Gemeente met een toegift van f 190.000,
afstaat een gedeelte, groot ongeveer 19 c.A. van het
perceel, kadaster Sectie L, No. 3677 (voor het geheel
in de nieuwe rooilijn van de verbreede Heulstraat,
zulks tegen betaling van f 4.500,en waarbij door de
Gemeente in eigendom wordt overgedragen de strook,
ter grootte van ongeveer 24 c.A., deel uitmakende van
de perceelen, kadastraal bekend als voren, Nos. 2491,
868 en 2558;
met W. den DulkJacz n., waarby hij ten behoeve
van de Gemeente afstand doet:
a. van het erfpachtsrecht tot en met 31 Augustus 1970
op het aan de Gemeente toebehoorend perceel, kadaster
Sectie AH, No. 1904, als geprojecteerde straat, groot
1 A. 27 c.A., onder voorwaarde dat dit perceel voor
zijne rekening vanwege de Gemeente, overeenkomstig
een harerzijds op te maken plan, worde gerioleerd en
verder als straat ingericht en
b. van het erfpachtsrecht tot en met 31 Augustus 1970
op het aan de Gemeente toebehoorend perceel, kadaster
Sectie A H, No. 1902, weiland, groot 2 A. 16 c.A.,
waartegenover door de Gemeente aan hem in erfpacht
worden uitgegeven de perceelen, kadaster Sectie A H.
No. 1902, weiland, groot 2 A. 16 c.A. en 1994, bouw
terrein, groot 4 A. 5 c.A., tot en met 5.Juli 1991, tegen
betaling van een jaarlijkschen canon van f 310,50;
met F. R. de Bock, waarbij de Gemeente in eigen
dom overdraagt een perceel bouwterrein aan de van
Boetzelaerlaan, ter grootte van 17 c.A., uitmakende
het westelijk gedeelte van de perceelen, kadaster Sectie
A K, Nos. 5869 en 5870, waartegenover F. R. de Bock
voornoemd afstand doet van zijn recht, om vensters,
lichten en openingen te maken in den aan Gemeente-
eigendom grenzende noordwestelijken gevel van het op
het perceel, Sectie A K, No. 5869 te stichten huis en
zich verbindt, dien gevel te doen bestaan in een blinden
muur;