I
I
25
7
2
Gebruik.
De bediende A. Tuil, sedert 1 Aug. 1914 gemobiliseerd,
kwam den 18 October in dienst terug; tot dien datum was
hij vervangen door den boekbinder W. F. Sehön.
De door het Ambtenarenreglement vastgestelde verloven
werden door de ambtenaren genoten.
Volgens het daarvan gehouden register werd het archief
bezocht door 76 verschillende personen, die tezamen 924 be
zoeken brachten.
Het spreekt wel haast vanzelf, dat hunne onderzoekingen
op zeer onderscheiden gebied lagen. Enkele onderwerpen
vermeld ik hieronder.
De heer Dr. A. Bredius zette zijne onderzoekingen naar
gegevens voor onze kunstgeschiedenis geregeld voort, ter
wijl ook evenals verleden jaar, Dr. D. F. Scheurleer een
uitgebreid onderzoek deed instellen naar de gegevens, die
de notarieele protocollen opleveren voor de geschiedenis
der opera in de 18de eeuw. De heer J. C. Vermaas ver
zamelde gegevens omtrent Scheveningen in vroeger jaren.
De heer J. Bruggeman deed een onderzoek naar de begraaf
plaats Oud-Eikenduinen, terwijl de heer J. Smit zijn onder
zoekingen naar de geschiedenis der verschillende begraaf
plaatsen in den Haag voortzette. De heer P. Haverkorn van
I’ijsewijk deed nasporingen in verband met de historie der
kunstverzameling van prinses Marianne. Jhr. O. Repelaer
van Driel zocht naar stukken over het onderhoud van den
toren der Nieuwe Kerk, de heer H. P. W. Smit naar die
over het onderhoud van den Rijswijkschen Weg. De heer
H. W. J. van Sandick nam inzage van het nieuw verworven
archief der St. Jorisbroederschap, waarin ook de heer
A. ’t Hart een onderzoek deed. Prof. Dr. A. Eekhof verza
melde gegevens over deu negerpredikant J. E. J. Capitein,
de heer J. M. Hillesum zocht naar bijzonderheden over de
geschiedenis der Hoogduitsche Joden, de heer J. B. Sealtiël
over Port. Israëlietische families. De heer M. van Gelder
zocht bijzonderheden omtrent aardewerk. Mr. H. C. Gallois
over tin en tinnegieters, waarover ook de heer K. Azijnman
onderzoekingen instelde. Dr. W. Meijer stelde een onderzoek
in omtrent de Rozekruisers en den schilder Torrentius, de
beer J. C. Beth omtrent de overgangen van de heerlijkheid
Langerak, Mr. L. G. N. Bouricius deed uitgebreide onder
zoekingen in verband met kwartierstaten van Delftsche
families, de heer J. F. H. Libourel wenschte bijzonderheden
te weten over op enkele peroeelen in de stad gevestigde
servituten. De heer D. S. van Zuiden zocht gegevens over
VERSLAG GEMEENTE ARCHIEF EN BIBLIOTHEEK.