I
I
25
IJ
4
Beschrijving tier Verzamelingen.
a. Archief.
Geregeld kon worden voortgegaan niet de uitbreiding van
het klapper-materiaal op vaak geraadpleegde archivalia;
het werk is zeer omvangrijk, maar het geeft een groot
gemak. De bewerking der trouwboeken is gevorderd tot
1780, zoodat in den loop van 1917 voor dit onderdeel bet eind
jaar, 1811, zal zijn bereikt.
Twee onzer bezoekers, de heeren H. A. Broers en J. Smit,
maakten zich verdienstelijk door doopregisters respectie
velijk van de Groote Kerk (16561674) en van de Nieuwe
Kerk (16671680) op fiches te brengen. Na de voltooiing
van den klapper op de trouwboeken zal die op de doop
registers systematisch onderhanden genomen worden.
Over een zeer bijzonder deel dezer registers, n.l. die van de
besnijdenissen der Israëlietische Gemeenten, sprak ik in mijn
vorig verslag, waarin ik reeds kon vermelden, dat de be-
werking spoedig onderhanden genomen zon worden. Zij is
nu gereed, slechts geeft de lexicografische schikking nog
allerlei moeilijkheden tengevolge van de ingewikkelde
naamsaanduidingen der akten, die het schrijven van tal van
verwijsbladen noodig maken.
Ook de bewerking der boedelpapieren van de Weeskamer
is herhaaldelijk door mij vermeld. Nu de ermede belaste
volontair, F. O. van der Meer van Kuffeler, in het ambte
narencorps is opgenomen, is gelukkig de geregelde afwer
king van dit onderdeel van het archief door ééne hand ver
zekerd. In den loop van het jaar konden weder van een
1262-tal boedels de papieren worden geordend en met de
registers in verband gebracht.
De bewerking der notarieele protocollen door de vereeni
ging „Die Haghe” ondernomen, geschiedende onder mijn
toezicht, vorderde ook dit jaar weder, ook al is de vele
deelen omvattende periode 16601670 nog niet geheel be
werkt. Kr wordt druk van de gelegenheid tot raadpleging
van het omvangrijke materiaal gebruik gemaakt.
Wat den inventariseeringsarbeid betreft, kan worden
medegedeeld, dat Mr. Moll, nadat hij zich eerst door eenige
werkzaamheden van meer algemeenen aard had georiën
teerd, zich met de inventarisatie der archieven na 1795 heeft
bezig gehouden.
Mej. Palthe, wier bewerking van enkele kleinere archie
ven bewezen had, dat haar ook omvangrijker arbeid gerust
kon worden toevertrouwd, belastte ik met de beschrijving
van het archief van de Sociëteit, waarvoor mij de tijd bij
voortduring bleef ontbreken.
VERSLAG GEMEEXTE-ARCHIEF EX BIBLIOTHEEK.