27 I 15 VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFOSDS. j Ten aanzien van en groot aantal werkloozen, leden van verschillende bij ons Fonds aangesloten organisaties, werd Gevallen van bedrog van de zijde der verzekerden kwa men ook in het afgeloopen jaar voor. Werklooze bouwvakarbeiders, die b.v. tijdens de St. Nico- laas- en Nieuwjaarsdrukte tegen een voldoend loon als hulpbesteller in dienst waren bij de Posterijen, zagen er niet tegen op dagelijks de lijst der werkloozen te teekenen aan hun bondslokaal (of aan de Gemeentelijke Arbeidsbeurs) en zoodoende de volle uitkeering en bijslag in ontvangst te nemen. Met de medewerking der betrokken bonsbesturen, konden in dit geval de ten onrechte genoten gelden worden terug gevorderd. In het reglement van bovenbedoelde werkloozenkas is de bepaling opgenomen, dat bij verdiensten boven f 10.— in die week geen werkloozenuitkeering meer mag worden ver strekt. Het kasbestuur doet derhalve wekelijks aan het fonds opgave van het eventueel verdiende loon. Het moet dam voor deze vereeniging, die er prat op gaat steeds op te komen voor een „behoorlijk” loon, wel heel droevig zijn, steeds te moeten mededeelen, dat haar leden, die b.v. 3 en 4 dagen van de week gewerkt hebben, daarvoor slechts f 7. soms f 9.aan loon ontvingen. Ons onderzoek naar de juistheid dezer opgaven leverde soms treffende resultaten op. Zelfs bestuursleden over traden dit artikel. Van één hunner wiens verdiensten natuurlijk ook van dien aard zouden zijn, dat de werkloozen uitkeering niet het minste gevaar liep! is b.v. bekend geworden, dat hij in één dag reeds f 6.121/» verdiende en toch de volle uitkeering en bijslag genoot. Het spreekt dus wel vanzelf, dat ons Bestuur sindsdien, ook in dit opzicht, zeer gereserveerd tegenover de beweringen van het hierbedoelde kasbestuur is komen te staan. het licht gebracht, dat een beduidend aantal personen (24), liat door het Bestuur der vereeniging nog steeds als lid van de werkloozenkas werd opgegeven, wegens grooten contri- butie-achterstand niet meer tot die Vereeniging gerekend kon worden te behooren. Ons Bestuur heeft dan ook niet kunnen nalaten, deze ver eeniging ernstig te wijzen op haar plicht om door een goede administratie en krachtige leiding zorg te dragen voor een nauwgezette uitvoering der door den Minister gegeven voorschriften inzake werkloosheidsverzekering.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1916 | | pagina 981