27
2ft
VERSLAG GEMEENTELIJK WEKKLOOZENFONDS.
No. 5602.
’s-Gravenhage, 6 Mei 1916.
Betreffende
werkloosheids
verzekering,
(toestand na 1 Mei 1916).
Afdeeling
Werkloosheids
verzekering.
Bülage II.
MINISTERIE VAN WATERSTAAT.
De noodregeling in zake werkloosheidsverzekering, zoo-
als die is nedergelegd in de circulaire van 22 Augustus 1914,
La C, afdeeling Arbeid, is den 30 April 1916 geëindigd,
terwijl de ontworpen nieuwe subsidie-regeling op den
1 Mei 1916 nog niet in werking kon treden, omdat de tot
standkoming der daartoe noodige suppletoire begroeting
langer tijd zal vereischen dan tot laatstgenoemden datum
beschikbaar was.
Omdat deze noodregeling als zoodanig is geëindigd, kan
het verleenen van Rijksbijdragen in den gemeentelijken
bijslag niet meer ingevolge voornoemde circulaire ge
schieden.
Ik heb echter, teneinde de bedoeling der noodregeling des
te beter tot haar recht te doen komen, aan de gemeente
besturen medegedeeld, dat het Rijk in aansluiting aan
meergenoemde circulaire bereid is, van 1 Mei 1916 af
tot uiterlijk 31 December 1916 of tot zooveel vroegeren
datum, als de nieuwe regeling in werking zal treden te
restitueeren de helft van den bijslag, die is verleend op
zuiver reglementaire uitkeeringe n, welke
door bij de gemeentelijke fondsen toegelaten of voor den
duur der noodregeling ingeschreven werkloozenkassen aan
werklooze leden verstrekt werden.
De werkloozenkassen kunnen uiteraard sedert 1 Mei 1916
slechts zulke uitkeeringen doen, als in hare regle-
m enten g r o n d v i n d en. Dit geldt o.a. voor het bedrag
der uitkeeringen, den maximum-uitkeeringsduur, het uit
keer ingstijdperk, enz.
De hiervoor geldende bepalingen zullen dus gedurende de
in dit schrijven neergelegde tusschenregeling van kracht
zijn, behoudens ten aanzien der bedragen. Deze bedragen