27
30
VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS.
zullen namelijk dezelfde blijven, als in de circulaire van
22 Augustus 1914, La C, afdeeling Arbeid, zijn aangegeven.
Van de totale uitkeeringsbed ragen zal dan de werkloozen-
kas steeds de helft betalen, terwijl de gemeente en het Rijk
elk een vierde-deel voor hunne rekening nemen.
In de gemeenten, waar geen bijslag wordt verleend,
bedragen de uitkeeringen de helft der in deze circulaire
genoemde bedragen.
Voorts blijven de verplichting tot inschrijving bij de
arbeidsbeurs en die tot de aanvaarding van passend werk,
reeds in de circulaire van 22 Augustus 1914 neergelegd,
gelden.
Aan leden, welke volgens het reglement der werkloozen
kas nog geen recht op uitkeering bezitten, zal uiteraard
geen uitkeering verstrekt kunnen worden. Evenmin zal.
zoolang deze tusschenregeling duurt, uitkeering kunnen
worden verstrekt aan leden, die hebben opgehouden regle
mentair rechthebbend te zijn.
Ten einde een meer regelmatige» gang van zaken te ver
krijgen, zal, ten aanzien dezer tusschenregeling, de datum
1 Januari 1916 als uitgangspunt worden genomen voor
de beantwoording der vraag, of iemand nog krachtens het
reglement der werkloozenkas recht op uitkeering bezit,
dan wel heeft opgehouden reglementair rechthebbende te.
zijn en tot de „uitgetrokkenen” behoort.
Wie van 1 Januari 1916 te rekenen af hetzij reeds vóór
1 Mei 1916, hetzij na dien datum uitkeering heeft genoten
gedurende den termijn, bepaald in het thans van kracht
zijnde reglement der werkloozenkas (onverschillig of die
uitkeering vóór 1 Mei 1916 al dan niet voor rekening der
kas kwam), wordt niet meer als reglementair rechthebbende
beschouwd.
Voor werk loozen kassen, welker uitkeering»-
j a a r met het k a 1 e n d e r j a a r samenvalt
zal door de besturen der kassen en door die der gemeente
lijke werkloosheidsfondsen uit de reglementen gemakkelijk
zijn af te leiden, wanneer de leden in bovenomschreven zin
als uitgetrokken gelden. Mocht te dien aanzien de regle
mentaire bepaling niet voldoende duidelijk zijn, zoodat
twijfel bestaat, dan geef ik U in overweging, U zoo spoedig
mogelijk te wenden tot den Directeur van het Centraal
Bureau voor Werkloosheidverzekering.
Voor de navolgende centrale werkloozenkassen valt het
uitkeeringsjaar samen met het kalenderjaar.