28 2 VERSLAG DER GEMEENTEBANK VAN LEENING. meer gunstigen toestand. Die kooplieden, in hunne zaken vaak plotseling over belangrijke bedragen moetende be schikken, voorzien daarin door van hun voorraad een gedeelte te beleenen. Nimmer werden dan ook panden van zoo hooge waarde ingebracht. Eene vergelijking van de beleensommen van nu, zoowel wat aantal als grootte betreft, met die van vorige jaren, zal het vorenstaande duidelijk doen uitkomen. In het jaar 1917 alleen werd ruim f 384.000,meer uit geleend dan in 1916. Toch is, ondanks die vooruitgang, het door de gemeente te dekken nadeelig saldo grooter dan ten vorigen jare het geval was. Dit is voornamelijk daaraan toe te schrijven dat, terwijl bedoelde vooruitgang nog niet ten volle zijn invloed doet gelden op de exploitatierekening, immers, zooals uit achterstaand overzicht der beleeningen blijkt, had de toe name daarvan hoofdzakelijk plaats in de tweede helft van het jaar, zoodat, waar de lossingen geen gelijken tred daar mede hielden, de verschuldigde interest enz. eerst ten goede zal komen aan het jaar 1918, daartegenover de ver zwaarde lasten wegens salarissen, pensioenen, bureau kosten, enz., nader omschreven bij de betrekkelijke onder- deelen in het hierachter opgenomen overzicht der finau- ciëele uitkomsten, in hun geheel op die exploitatierekening drukken. Waren bij het begin van het jaar nog vier ambtenaren, door hun militairen dienst, aan de Bank onttrokken, aan het eind van dat jaar was dit nog slechts met ééu ambte naar het geval. De overigen konden, tengevolge van het naar huis zenden der lichting of hun verleend klein verlof weder werkzaam worden gesteld. De goederen, welke bij de eerste veiling niet voldoende kunnen opbrengen om daarop al het ter zake der beleening verschuldigde te verhalen, worden opgehouden en in den z.g. „winkel”, zijnde een daartoe ingericht lokaal in het Hoofdkantoor, ten onderhandschen verkoop opgenomen. Dagelijks is die winkel voor het publiek geopend van 101 uur. Het debiet was echter in het afgeloopen jaar niet zoo ruim als voor dien, om de eenvoudige reden, dat de voor raad, in vergelijking met vroeger, zeer gering was. Kwa men er in 1913, het eerste jaar na zijne in het leven roeping. 953 panden iu den winkel, in 1914 626, in 1915 1573 en in 1916 636, iu 1917 bedroeg dit aantal slechts 289. Dit lage cijfer is een gevolg van de groote vraag naar alle mogelijke arti-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1917 | | pagina 1023