28
16
VERSLAG DER GEMEENTEBANK VAN LEENING.
6. Saldo panden.
terwijl dit percentage, voor elk kantoor afzonderlijk, in
dit jaar bedraagt voor het
Hoofdkantoor
Bijkantoor A
B
C
D
E
Overschot.
41.94
62.36
50.70
69.15
58.96
31.32
Verlies.
8.99
0.08
0.16
0.15
0.38
0.51
Het saldo bedroeg op 1 Januari dezes jaars 38891 panden
ad f 443.982,03 en op 31 December 52066 panden ad f 592.910.76
Het aantal gepensionneerden, op 31 December bij de
Bank in voorschot, bedroeg 546 met een jaarlijksch pen
sioen van f 328.800.16. Op 31 December van het vorige jaar
waren deze cijfers 553 en f 331.932,78.
De rubrieksgewijze verdeeling van het saldo der Goud-,
Zilver-, Linnen-, Wol- en diverse panden op 31 December
was als volgt:
De oorzaak van het, voor het Hoofdkantoor geconstateer
de verlies, is gelegen in de omstandigheid, dat in het afge-
loopen jaar werd overgegaan tot den verkoop van eenige
beleend geweest zijnde effecten, welke reeds in 1914 en 1915
daarvoor in aanmerking kwamen, doch toen, in verband
met den lagen koers dier stukken en de lage valuta, in
portefeuille werden gehouden.
Door een thans ingevoerd kaartensysteem is in de toe
komst de mogelijkheid van verlies bij executorialen ver
koop van beleend geweest zijnde effecten tot de kleinste
afmetingen teruggebracht.
Het aantal bij de eerste veiling opgehouden panden, be
droeg dit jaar 289 ad f 2143.70.
Bij den onderhandschen verkoop, in den winkel, werden
daarvan alsnog zonder verlies verkocht 180 panden ad
f 1665,55.
Van de overige 109 panden, werden er 100 ad f 415,15 in
een volgende veiling verkocht, terwijl er 9 ad f 63.— over
bleven om op de eerstvolgende veiling, te houden in
Januari 1918, te worden verkocht.
Van de 100 in de 2e veiling tot elk bod toegewezen pan
den, leverden er 38 een overschot op van f 26,01 en 59 een
verlies van f 88,31.