29 2 VERSLAG DER BRANDWEER. Uit staat G blijkt, dat 6 branden zijn ontstaan ten gevolge van het gebruik van petroleum, d.i„ de schoorsteenbranden en buitengewone branden (straatbranden enz.) niet mede- gerekend, bijna 2.9 van het geheele aantal branden. Telt men bij de berekening van dat percentage, behalve de schoorsteenbranden en buitengewone branden evenmin de 25 branden mede, waarvan de oorzaak onbekend is gebleven en vermoedelijk ook meerdere aan het gebruik van petro leum zijn toe te schrijven, dan stijgt het nog niet tot 3.3 Deze cijfers zijn belangrijk lager dan die in vorige jaren hetgeen wel voor een zeer groot gedeelte zal zijn toe te met een motor- en een stoombrandspuit met volle beman ning en extra materiaal; een jongen van 10 jaar die op een terrein nabij de Smitstraat door regen en onweer over vallen, terwijl hij zich daar te slapen had gelegd, om hulp had geroepen; een gasontploffing in perceel Frankenstraat No. 9 waarbij een gedeelte van het plafond was ingestort door het zoeken van een loodgieter met een brandende kaars naar een gaslek; een omgewaaide balconschutting van perceel Daguer rest raat 4 waarbij een gedeelte van een schoorsteen werd medegesleept in haar val; een drenkeling in de Trekvliet die bij aankomst van de Brandweer reeds was overleden; een schutting van perceel Weimarstraat hoek Beeklaan, die gedeeltelijk was omgewaaid; een droog- gestookte verwarmingsketel in het gebouw 2e Kamer, waarin door volpompen werd voorzien; stukken losgewaaid zink welke dreigden naar beneden te vallen van perceel van Mierisstraat 105 en het schoren van een omgewaaiden steiger van de in aanbouw zijnde woningen in de Liguster straat. In het geheel werd de Brandweer dus 785 maal opge- loepen. Het aantal baldadige alarmeeringen was dit jaar aanzienlijk lager dan in het vorige jaar en bedroeg 268 tegen 448 in 1916. Het aantal vernielde ruitjes van de buitenbrandschellen bedroeg dit jaar 373. Niettegenstaande de maatregelen van de Politie en het ontbieden van de ouders van op heeterdaad betrapte kinderen ten bureele van den Commandant der Brandweer om hen op de ern stige gevolgen van het baldadig alarmeeren te wijzen, blijft het totaal aantal geslaagde en niet geheel tot uitvoe ring gekomen baldadige alarmeeringen n.l. 641 nog beden kelijk hoog. Bij de 412 branden is 56 maal gebruik gemaakt van bui ten- en binnenbrandkranen en stralen van motor- en stoombrandspuiten, zoodat dus bijna 86,5 der branden gebluseht zijn met kleine hulpmiddelen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1917 | | pagina 1069