29
22
VERSLAG DER BRANDWEER.
was de brand in hoofdzaak spoedig gebluscht; het nablus-
schen vorderde evenwel nog geruimen tijd, aangezien het
vuur zich in alle richtingen had verspreid.
Voorts rukte de Brandweer mede dien dag uit voor een
ztvaren binnenbrand Cartesiusstraat 221. Door onvoorzich
tig omgaan met open licht was brand ontstaan in een kleer
kast op een achterzolder van de 2e verdieping, waardoor
een gedeelte van de aanwezige kleeren verbrandde, terwijl
het dak sterk door het vuur aangetast werd. Met één straal
van de waterleiding werd de brand, welke geen verdere
uitbreiding had kunnen nemen, gebluscht.
25 Januari. Kleine binnenbrand Schokkerweg. In een
ondergrondsch electrisch rioolgemaal waren, door het
zware vonken van een motor, de daar achtergelaten poets
lappen in brand geraakt. Door het ontwikkelen van een
verstikkenden rook moest van het rookmasker gebruik
gemaakt worden, terwijl als voorzorg de gummi hand- en
overschoenen werden gebruikt om den stroom uit te scha
kelen. Aan de isolatie van het anker en de inductie klossen
werd dusdanige schade toegebracht, dat de motor gedu
rende geruimen tijd buiten dienst moest worden gesteld.
28 Januari. Kleine binnenbrand in perceel Barendsz-
straat 70. Door het niet brandvrij plaatsen van een haard
geraakte de vloer onder den haard in brand; door het weg
breken van den haard en het uitzagen van een gedeelte
vloer kon het brandje met den eersten hulpstraal van
motorspuit No. 2 gebluscht worden.
29 Januari. Kleine binnenbrand in perceel Prinsegracht
6a. Door het niet brandvrij plaatsen van een haard geraak
te de daar onderliggende vloer in brand; verwijdering van
den haard en het uitzagen van een klein gedeelte vloer was
voor de blussching noodig.
29 Januari. Uitslaande brand Smidsslop. Door het omval
len van een brandende kaars in een voormalige ijskelder,
die als bergplaats voor manden enz. was ingericht, was
brand ontstaan in twee naast elkaar gelegen pakhuizen
waarvan de beneden- en bovenverdiepingen met elkaar in
verbinding stonden. Het vuur had zich vanuit de berg
plaats tot den bovengelegen zolder uitgebreid en den daar
aanwezigen voorraad manden aangetast; van hieruit was
de brand overgeslagen door een overloop naar het aanlig
gende pakhuis, waarin een voorraad hooi was opgeslagen.
Met den eersten straal van de waterleiding werd het vuur
Aanaf den overloop aangetast zoodat verdere uitbreiding
voorkomen werd, terwijl met een inmiddels aangebraehten
2en en 3en straal van de waterleiding de op den zolder en
in de bergplaats woedende brand werd bestreden. Na drie