29
29
verslag der brandweer.
Op de le verdieping stond in een kamer een scherm, dat
dienst deed als achtergrond voor fotografische opnamen.
Dit scherm vertoonde eenige brandgaten, zoodat vermoede
lijk getracht is dit in brand te steken. Op de zolderverdie
ping daarboven waren eenige meubelen geborgen in een
van de overige ruimte afgescheiden kamertje; ook deze
waren in brand geraakt en gedeeltelijk door vuur bescha
digd. In een aangrenzend kamertje, alwaar eenig bedde-
goed was geborgen, werd de derde brandhaard ontdekt n.l.
in de onderste matras, waarvan reeds een gedeelte door het
vuur aangetast was geweest. Aangezien deze drie brand
haarden afzonderlijk moeten zijn ontstaan, werd de
recherche hiermede in kennis gesteld, die een onderzoek
instelde en de zaak verder in behandeling nam.
5 Mei. Kleine binnenbrand in een pakhuis aan de land
zijde van de Visschershaven. Netten in een kuip geraakten
door broeiing in brand. Met één straal van de waterleiding
werd het brandje gebluscht. Een zestiental netten ver
brandde.
10 Mei. Kleine binnenbrand in perceel Groot Hertogin-
nelaan 165. Door het in brandgeraken van de gummislang
van een gascomfoor vatten de in de nabijheid hangende
raamgordijnen vlam en werd de lambrizeering en het
vloerzeil door het vuur aangetast. De bewoonster, in een
aangrenzende kamer zittende, werd de brand gewaar door
het schreeuwen van eenige voorbijgangers, die dan ook na
binnengelaten te zijn een aanvang met de blussching
maakten door middel van afdekking met een deken en een
vloerkleed. t Met eenig water en gebruikmaking van den
bluschkwast werd het brandje verder afgebluscht.
In den na-avond van dien dag ontstond een zware
binnenbrand in Hotel Witte Brug. Doordat een balklaag
niet voldoende van het wasemkanaal van de keuken geïso
leerd was, waardoor het hout van deze balklaag reeds
geruiinen tijd had blootgestaan aan een soort droge distil
latie, geraakte dit in brand toen bij het overkoken van
suiker op het gloeiende fornuis deze suiker in brand
geraakte en met een lange vlam in den wasemkoker ver
brandde. De wasemkoker, die door het aanzetten van vet
en roet waarschijnlijk mede hielp om de vlam te onder
houden en door zijn groote afmetingen uitnemend hiervoor
geschikt was, werd de oorzaak, dat het reeds voor vuur-
vatten zoo ontvankelijke hout van bovengenoemde balk
laag in brand geraakte. Bij aankomst van de Brandweer
stegen slechts eenige rookwolkjes tusschen de naden uit
van het plat, dat ter hoogte van het einde van den bijna
horizontalen wasemkoker werd gevormd door het dak van