29
31
VERSLAG HEIt BRANDWEER.
aanbouw zijnde w’oningen in brand. De brand breidde zich
snel uit, zoodat bij aankomst van de Brandweer de loods
met inhoud één vuurzee was. Met twee stralen van de
waterleiding werd het vuur aangetast in den beginne even
wel met weinig resultaat. Van het inmiddels aangerukte
meerdere materieel werd door de motorspuit No. 2 mei
twee krachtige stralen water gegeven. Met rieken, haken
en schoppen werden de matten uit elkaar gehaald en de
niet beschadigde of reeds gebluéchte op een veilige plaats
gebracht. De motorspuit No. 2 werd aan nabij zijnd open
w'ater opgesteld ter besparing van duinw'ater. De bespan
nen slangenwagen, die van Scheveningen was uitgerukt,
behoefde geen dienst te doen de bemanning wTerd echter
onmiddellijk bij het blusschingswrerk ingedeeld. Na een
drietal uren was de brand, w’aarop een zeer groote hoeveel
heid water was gespoten, gebluscht, en kon het nog aan
wezige materieel met de manschappen inrukken. Bij het
begin van de blussching had een der straalvoerders het
ongeluk door een misstap zijn been te breken. Voor terrein
verlichting werd gebruik gemaakt van twee acetyleen
schijnwerpers.
24 Mei. Hulpverleening voor den veenbrand in Drenthe.
Op verzoek van Z. E. den Minister van Binnenlandsche
Zaken werd door den Burgemeester machtiging verleend
uit te rukken naar den veenbrand, welke in Drenthe reeds
groote offers geëischt had. Mij juist ter vergadering van
de Ned. Brandwreervereeniging te Rotterdam bevindende,
gaf ik aan den oudsten len Brandmeester, die mij per tele
foon ingelicht had, last, direct met de motorspuit No. 2
rijdende naar Emmen te vertrekken, maatregelen te treffen
voor het vervoer per trein Van een autostoomspuit en zorg
te dragen voor een volledige uitrusting en bemanning. De
motorspuit kwam na een reis van ruim 12 uur te Emmen
aan, ontving daar orders voor Weerdinge en na vele
moeilijkheden overwonnen te hebben werd den 25en Mei
’s middags 2.30 met de blussching een aanvang gemaakt.
De stoomspuit vertrok te 1 uur n.m. van het Centraal
station der brandweer naar het station der Staatsspoor
wegen, en werd daar op een gereedstaanden wagon geladen
en met den trein van 1.45 n.m. naar Emmen vervoerd. Met
veel oponthoud onderweg, w’aarbij het personeel den nacht
in Coevorden moest doorbrengen, kwam de stoomspuit met
hare bemanning den volgenden morgen te 7 uur te Emmen.
Te 9.30 werd met eigen kracht Weerdinge bereikt en na
uren van inspanning werd, over een zand- en veenweg, de
plaats van opstelling in het Noordveen ingenomen. Te
3 uur n.m. werd de autostoomspuit te werk gesteld, terwijl