29 36 VERSLAG DEK BRANDWEEB. ten gevolge had gehad, dat de temperatuur van de ongeblusehte kalk in de houten bergplaats reeds aanzienlijk was gestegen. 28 September. Uitslaande brand in de kerktoren van de Nieuwe Kerk aan het Spui. Loodgieters, bezig met het verrichten van herstellingen aan de kroonlijst ter hoogte van de wijzerplaat, hebben door den vlam van een benzinelamp het houtwerk van de kroonlijst in brand gestoken. Hun pogingen deze te blus- schen mislukten. Bij aankomst van de brandweer had, mede ten gevolge van den sterken wind, de brand zich reeds naar alle richtingen uitgebreid. Het rondgaande houtwerk ter hoogte van de kroonlijst was sterk door het vuur aangetast geworden. Gedurende den tijd, die nood wendig verloopt, voordat de eerste straal op zulk een hoog te 40 M.) is aangebracht, was de brand reeds zeer toe genomen. Met het materieel van de bespannen haspel wagen, die het eerste uitrukte op alarm door een publieken brandmelder kon op deze hoogte niets uitgericht worden. Gelukkig was de motorspuit No. 2 kort achter dezen wagen op een bericht van de politie, dat de kerk brandde, uitge rukt zonder het nader bericht af te wachten. Met een krachtigen straal zoo hoog mogelijk in de toren opgevoerd werd nu de blussehing begonnen. Van de intusschen aan gerukte motorspuit No. 1 en twee autostoomspuiten wer den achtereenvolgens buiten en binnen den toren de stralen zoo hoog mogelijk opgehaald en de blussehing met kracht voortgezet. Het tijdverlies aan het ophalen der slangen verbonden, grooteudeels veroorzaakt doordat het dak slechts te bereiken was door één smalle wenteltrap, deed het gemis van een mechanische ladder uitermate gevoelen. Met een zevental stralen, waarvan eenige nu vanaf den rond den toren nog aamvezigen bouwsteiger van zeer nabij het vuur konden bestrijden, gelukte het ten slotte het vuur in hoofdzaak meester te worden. Binnen in den toren duurde het nog geruimen tijd voordat alle ruimten en naden, waarin zich het vuur verspreid had, waren bereikt en het nog smeulende houtwerk daarin gebluscht w as. Ter bewaking gedurende den nacht werd een motorspuit met bemanning onder bevel van den brandmeester achterge laten en een straal op de stelling gereed gehouden. Op mijn verzoek werd door het Gem. Electrisch bedrijf door middel van een prikkabel een electrische verlichting op den toren en het terrein aangebracht. Gedurende den nacht werd geen spoor van brand meer ontdekt, zoodat den volgenden morgen het laatste materieel en personeel kon inrukken. De schade bepaalde zich grootendeels tot het houtwerk van de kroonlijst en de eiken pilasters, die op

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1917 | | pagina 1101