30A
1
van den bodem tot eenige meters diepte nauwkeurig kou
worden vastgesteld, door middel van een gewone gasbuis.
In samenwerking met den Woningdienst had op dezen
voet een systematisch grondonderzoek plaats voor den
bouw van een complex Gemeentewoningen ten Z.W. van
het Afvoerkanaal.
Voor het nieuwe gebouw van het Centraal-bureau voor
de Statistiek aan de Oostduinlaan werd een grondbelas-
tingsproef gecontroleerd.
Een tweetal nieuwe systemen van gewapend beton-
vloeren met ten deele fabriekmatig vervaardigde onder
deden, werden aangeboden en gaven aanleiding tot proef-
belasting van daarvoor onder controle van het Bouw- en
Woningtoezicht gereed gemaakte vloervakken.
Bij het systeem met „Normaal-profielbalken” (zie de
teekening fig. 4) bleek de verbinding tusschen de balken
en den dekvloer niet zonder fout te zijn, zooals uit de foto
van de breuk (fig. 5) te zien is. Toch werd, onder zekere
restricties, tot goedkeuring besloten.
Het systeem „Moyse” (zie de teekening fig. 6), dat zich
door constructieve eigenaardigheden ook voor onregel
matige plattegronden zeer goed leent, gaf goede resul
taten, en werd dus eveneens goedgekeurd. Een tweetal
foto’s (fig. 7 en 8) vertoonen resp. de totale constructie
na de breuk, en een detail van het breukbeeld.
In samenwerking met de Brandweer werden brand
proeven genomen met een tweetal soorten dakleer (rube-
roid en zampa) ten einde vast te stellen, welke voorwaarden
voor toelating van deze dakbedekkingen vereischt worden.
Bij de proeven bleek, dat bij een dakhelling boven 20 a
30° het gevaar voor brandverspreiding groot wordt, door
dat (althans bij ruberoid) de zeer brandbare impregnee-
ringsstof afvloeit; voorts werd de noodzakelijkheid aan
getoond van voorzieningen met brandvrij materiaal boven
raamopeningen, en langs dakranden.
Een chemisch en microscopisch onderzoek van kalkzand-
steen werd ingeleid.
Geëxperimenteerd werd voorts met ceresitol, een mate-
14
VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZIC HT.