30A X. Het constateeren van overtredingen. van XI. Bijzondere onderwerpen. Afgewezen werd een beroep, ingesteld tegen een besluit van Burgemeester en Wethouders,waarbij vrijstelling werd geweigerd van het bepaalde bij art. 89 3 der Bouw- en Woon ver ordening ten behoeve van den verbouw van een perceel aan de Wagenstraat. Bij de verbouwing van een winkelpand aan de Groote Markt werden in één der bouwmuren de overblijfselen gevonden van de kapconstructie, en de aansluiting van den vloer, van een klein huisje, waarvan het profiel uit deze gegevens kon worden gereconstrueerd. daarbij was, dat een holle wand (aan weerszijden met gips platen bekleed stijl- en regelwerk), die met een kabelkoker in verbinding stond, als schoorsteen gewerkt had. Een der kapspanten, in fig. 9 afgebeeld, was daardoor op hoogst gevaarlijke wijze aangetast. Een analoge schoorsteen werking deed zich voor bij den brand van den toren der Nieuwe Kerk. Hier was het een der figuratieve zuilen (in werkelijkheid dunne, omkokerde stijlen), die als schoor steen werkte. Het gevaar van deze holle constructies schuilt vooral in het feit, dat de inwendige brand niet tijdig opge merkt wordt, en dat een uit de verte op het constructiedeel gerichte waterstraal, daartegen niets vermag. De brand in het eerdergenoemde hotel werd veroorzaakt door de aanwezigheid van houten constructiedeelen in een wasemkanaal. In 1917 werden opgemaakt 43 processen-verbaal overtredingen van de Woningwet en de Bouw- en Woon- verordening. Sterker nog dan in 1916, werden moeilijkheden onder vonden van het clandestien oprichten van getimmerten, met name van brandstoffenbergplaatsen; in de meeste gevallen werden deze bezwaren echter langs minnelijken weg opgelost. 16 VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1917 | | pagina 1144