30A
[T
18
VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT.
is op een vroegere zandbank (nehrung), die een binnenzee
(haff) afsloot. De nehrnng vertoont in het Haagsche gebied
3 golven. (Zie de kaart met profielen aan het slot van dit
verslag blz. 49).
De diepste, deels met zeeklei en met veen gevulde
inzinking vindt men bij de Rijsw’ijksche grens; deze wisselt
af met de geest, waarop Eikenduinen, het oude ’s-Graven-
hage en het Bosch liggen. Daarna volgt het Veentje, ten
N.W. begrensd door het Beek-Tiend (Dekkersduinen,
Archipelwjjk). De derde inzinking is, ter plaatse van de
Scheveningsche Boschjes, overstoven.
De theorie wordt ondersteund door het origineele beloop
van de drie vroegere beken; de Beek in Segbroek, de Wes-
terbeek en de Oosterbeek. Van de eerste twee zijn het aan
vankelijke beloop en een Tatere kanalisatie op de kaart
aangeduid. Opmerkelijk is, dat de Beek (in Segbroek) niet
steeds de bekende richting naar Hofvijver en Spui heeft
gehad, maar, ter plaatse van den Hoogewal, tegen de geest
afboog door het Veentje, en zich met de Westerbeek ver
eenigde, waar nu nog de tochtsloot van den Oost-Escamp
polder (Middelwetering, Beek of Lange Laak) zich bevindt.
Dat dit inderdaad zoo is volgt uit een keur van 18 Decem
ber 1463 op de Beek in Segbroek, die blijkbaar op de
Westerbeek slaat, en waarin de volgende opmerkelijke
zinsnede voorkomt; „Gheordonneert ende gekuert, dat men
„die beecke mit die rille van Eyckenduynen zal mogen
„leyden an de Zuytzijde van ’t Lysbetten Susterhuys,
„strecken door die Volderen^raff van der Hage
Met „die beeck” werd bedoeld de beek in Segbroek, met
„die rille van Eyckenduynen” de latere Westerbeek.
Duidelijk is nu, dat de z.g. zandplaat is de oude, door
dislocatie gevormde zeebodem, w elke van een geheel andere
samenstelling is, dan de door stormvloed, en voornamelijk
door aeolische afzetting, gevormde boogere zandgronden.
De laatstgenoemde formatie is uiteraard onregelmatiger
en minder betrouwbaar.
Dat het plaatzand in het algemeen vaster bodem zal
geven, dan het duinzand, volgt ook reeds uit de overwe-
