30A 20 I Gemeente, werden ter uitreiking aan de belanghebbenden, van den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel ontvangen. Gedurende 1917 werden ter controle van de voltooiing en het in werking brengen 74 inrichtingen bezocht, waarvoor in 1916 vergunning werd verleend. Van deze 74 inrichtingen zijn 4 inrichtingen vervallen, wegens niet inachtnemen van den termijn genoemd in art. 13, waarvan één o.m. betrof 6 electromotoren met een gezamenlijk vermogen van 30 P.K. Voor vijf van deze inrichtingen werd termijnsverlenging gevraagd, waarvan één werd geweigerd en vier verleend, bovendien werden twee inrichtingen door het niet vol doen aan de gestelde voorwaarden overeenkomstig art. 20 ingetrokken, waarvan één o.m. betrof 7 electro motoren met een gezamenlijk vermogen van 2.5 P.K. Opleggen van nieuwe voorwaarden (art. 17) vond niet plaats. Ontheffing van een voorwaarde (art. 12) (het maken van dubbele ramen) werd verzocht ten behoeve van de electrisch gedreven inrichting voor het herstellen van automobielen De-Carpentierstraat 87/89 van de N.V. „Alge- meene Garage- en Automobielmaatschappij”, welk verzoek door Burgemeester en Wethouders werd geweigerd. Beroep bij de Koningin van de weigering van de ver gunning op eene aanvrage (art. 8) vond plaats door de firma Jac.’s S. Waisvisz Co., betreffende het opriehten van een inrichting voor het bewaren en verwerken van benzine in perceel Wagenstraat 167. Op dit beroep was op 1 Januari 1918 nog niet beslist. De in 1916 door G. Veerman en D. W. Scherrenberg in gestelde beroepen tegen de besluiten van Burgemeester en Wethouders, betreffende weigering oprichten lompen- en beenderenbewaarplaats, resp. in perceel St. Jacobstraat 109 en Nieuwe Molstraat 44, werden bij Kon. Besluiten niet- ontvankelijk verklaard, zoodat de besluiten van Burge meester en Wethouders gehandhaafd bleven. Bij Kon. Besluit werd vergunning verleend aan het VEBSLAG BOUW- EX WONINGTOEZICHT.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1917 | | pagina 1150