30A
i
27
VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT.
XVI. Sterftestatistiek.
XVII. Verhouding tot andere diensten.
soneele belastingen getrokken, en door opnamen in loco
aangevuld.
Daarbij bleek o.m., het aantal woningen boven f 180per
jaar volgens opgave van de personeele belasting, aanmer
kelijk lager te zijn, dan het aantal, dat volgens het woning-
kaart-register inderdaad aanwezig was.
Opdracht werd ontvangen tot het in den vervolge ver
strekken van adviezen omtrent verlichting van straten in
bouwplannen. Aangaande de systematische uitvoering van
deze taak werd een regeling ontworpen.
Waar door de in 1916 gehouden Gem.woning-, gezins- en
personentelling zeer gedetailleerde gegevens verkregen
werden, welke het terrein van hygiëne op verschillende
punten raken, werd een poging gedaan, verband te leggen
tussehen deze gegevens en de sterfte-statistieken.
Door welwillende tusschenkomst van den Directeur van
het Gein. Statistisch Bureau verkreeg het Bouw- en Wo
ningtoezicht tijdelijk de beschikking over de sterftekaarten
van de vijf aan de telling voorafgaande jaren. In den loop
van 1917 werd dit zeer uitgebreide materiaal verwerkt tot
het hierbij gevoegde verslag (zie blz. 55 e.v.) Omtrent de
conclusies werd voeling gehouden met den Directeur van
den Gem. Geneeskundigen dienst, die daartoe zijn mede
werking verleende.
De samenwerking met den Gem. Geneeskundigen dienst
en met de Gezondheidscommissie onderging geen veran
dering.
De betrekkingen met de Brandweer werden nauwkeuriger
geregeld.
Reeds vroeger werd deze dienst geraadpleegd omtrent
brandgevaarlijkheid van materialen, maatregelen tegen