J 30A 29 1 Directeur, 1 Adjunet-Directeur, 1 Hoofdinspecteur, 8 Inspecteurs le klasse, 12 Inspecteurs 2e klasse, 5 Onderinspecteurs, 1 Teekenaar le klasse, 2 Teekenaars 2e klasse, 1 Teekenaar (tijdel. dienst), 1 Hoofdklerk, Einde 1917 bestond het personeel van liet Gem. Bouw en Woningtoezicht uit: toegezegd bij de administratieve voorbereiding van het systematisch doen opruimen van beerputten. Wat de Schoonheidscommissie betreft, drong zich meer en meer de noodzakelijkheid van een verband tusschen dit lichaam en het Bouw- en Woningtoezicht op. In hoeverre het scheppen van zoodanig verband, in aansluiting met de herziening der Bouw en Woonverordening, gepaard zou moeten gaan met het reorganiseeren van genoemde com missie, blijve hier buiten beschouwing. Met de Arbeids-Inspectie werden de betrekkingen nau wer, hetgeen vooral met het oog op de behandeling van Hinderwetaangelegenheden voor inrichtingen, die tevens onder de Veiligheidswet vallen, maar ook bij optreden ex de Bouw- en Woonverordening betreffende zaken, die de Arbeids-Inspectie aangaan, van groot belang is. De technische oplossing van uitgangen, trappen, enz. welke op grond van de Veiligheidswet geëischt worden, laat de Arbeids-Inspectie sinds 1917 aan het Bouw- en Woningtoezicht over. Omtrent kennisgeving over en weer, van maatregelen op het gemeenschappelijke gebied, werd een eenvoudige regeling getroffen. XVIII. Personeel en huisvesting van den Dienst. VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1917 | | pagina 1160